De gemiddelde werkgever die een stageovereenkomst met een stagiair sluit, gaat ervan uit dat alles daarmee juridisch geregeld is. Maar onlangs bleek uit een uitspraak van de Rechtbank Den Haag dat dit niet altijd opgaat en er toch sprake is van een arbeidsovereenkomst.
Een stage is een ideale kans om op laagdrempelige wijze kennis te maken met een organisatie en (soms letterlijk) een kijkje in de keuken te nemen. In het kader van de stage wordt vaak een stageovereenkomst gesloten. Stageovereenkomsten vertonen kenmerken van een arbeidsovereenkomst: de scheidslijn is dun. Voor een werkgever is oplettendheid geboden. De rechtbank Den Haag boog zich recent twee keer over de vraag of sprake was van een stageovereenkomst of arbeidsovereenkomst.
Juridisch kader
De wettelijke definitie van de arbeidsovereenkomst bevat de elementen ‘gezagsverhouding’, ‘loon’, ‘gedurende zekere tijd’ en ‘(persoonlijke) arbeid’ (artikel 7:610 van het Burgerlijk Wetboek). Als aan al deze vereisten is voldaan, is sprake van een arbeidsovereenkomst. Verder is bij de beoordeling c.q. kwalificatie van de overeenkomst niet doorslaggevend welke bedoeling of (juridische) kwalificatie de werkgever en werknemer aan de overeenkomst hebben gegeven. Beslissend is de feitelijke uitvoering van de overeenkomst en/of de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit de uitvoering van de overeenkomst.
Aan de elementen ‘gezagsverhouding’ en ‘loon’ zal ook bij een stageovereenkomst worden voldaan. De werkzaamheden die de stagiairs verrichten, vinden onder begeleiding (gezagsverhouding) plaats en er wordt meestal een stagevergoeding (loon) betaald. Het element ‘gedurende zekere tijd’ speelt in de praktijk nagenoeg geen zelfstandige rol. Ook de tijdsduur van minder dan een dag of uur voldoet namelijk aan dit element. Dit element wordt dan ook verder buiten beschouwing gelaten.
Het verschil tussen de stageovereenkomst en de arbeidsovereenkomst zit hem dan ook met name in het element ‘(persoonlijke) arbeid’. Persoonlijke arbeid houdt in dat een bijdrage wordt geleverd aan het primaire doel van de onderneming. Bij een stageovereenkomst is in beginsel geen sprake van persoonlijke arbeid, omdat de werkzaamheden van de stagiair gericht zijn op het uitbreiden van de eigen kennis en ervaring, met het oog op de voltooiing van opleiding die de stagiair volgt. Van belang is dus het antwoord op de vraag in hoeverre het verrichten van de werkzaamheden van de stagiair in overwegende mate in het belang is van de opleiding die wordt gevolgd.
Rechtbank Den Haag
In de eerste procedure waar de rechter zich moest buigen over de vraag of sprake was van een stageovereenkomst of arbeidsovereenkomst, was geen sprake van een arbeidsovereenkomst. Soms kan een stagiair simpelweg alleen de noodzakelijke (werk)ervaring opdoen door in het kader van de opleiding arbeid te verrichten die vergelijkbaar is met de arbeid van een gewone werknemer. Dit betekent echter niet per definitie dat direct sprake is van een arbeidsovereenkomst.
In de kwestie ging het om een stagiair bij de afdeling Communicatie van een politieke partij. Onder verwijzing naar het Logidex-arrest van de Hoge Raad, waarin de Hoge Raad zich heeft uitgelaten over de vraag of een stageovereenkomst is aan te merken als arbeidsovereenkomst, oordeelt de rechter kort gezegd dat het zwaartepunt van de stage lag op het verwerven van werkervaring als onderdeel van de studie Bestuurskunde en dat de stageovereenkomst niet is aan te merken als een arbeidsovereenkomst. Hierbij was onder meer van belang dat de stage een vereiste was om een diploma te kunnen behalen. Daarnaast is niet gesteld of vast is komen te staan dat de stagiair een actieve bijdrage heeft geleverd aan de verwezenlijking van het primaire doel van de onderneming.
Dat de stagiair werkzaamheden moest verrichten buiten de in de stageovereenkomst overeengekomen uren, betekent bovendien ook niet dat daardoor het karakter van de stageovereenkomst ‘verschiet’ naar een arbeidsovereenkomst. Naar het oordeel van de rechter past het in het kader van de studie Bestuurskunde dat de stagiair ermee bekend raakte dat niet steeds alle werkzaamheden van een ondersteunende organisatie binnen de reguliere kantooruren plaatsvinden. Ook is niet gebleken dat de stagiair destijds bezwaar heeft gemaakt.
De tweede procedure betreft een tandartsassistente in opleiding. Hier was wel sprake van een arbeidsovereenkomst. De tandartsassistente was werkzaam als stagiaire bij een tandartspraktijk in het kader van een BBL-opleiding. Uit wat partijen hebben aangedragen, bleek dat de tandartsassistente zelfstandig aan de slag was met baliewerkzaamheden, bestellingen, afspraken maken, openen en sluiten en schoonmaakwerkzaamheden.
Daar kwam bij dat bij het uitvoeren van de dagelijkse werkzaamheden werd gerekend op de tandartsassistente en dat zij als vervanging diende bij afwezigheid van andere assistenten. De rechter oordeelt dat in dit geval sprake is van reële arbeid, althans (persoonlijke) arbeid in de zin van artikel 7:610 BW, en dat de tandartspraktijk in die zin ook profijt heeft gehad van de arbeid van de tandartsassistente. Dat de tandartsassistente nog niet gekwalificeerd was om alle handelingen die door een tandartsassistente worden verricht, te mogen verrichten, maakt het voorgaande niet anders. De werkzaamheden van de tandartsassistente stonden dan ook volgens de rechter niet in overwegende mate in het teken van het opdoen van kennis en ervaring en in het belang van de opleiding, zodat sprake is van een arbeidsovereenkomst.
Ook het feit dat boven de overeenkomst ‘stage-overeenkomst’ staat vermeld, maakt de uitkomst niet anders. Bovendien is gebleken dat de tekst in de overeenkomst niet eenduidig is. Zo bevat de overeenkomst bij de arbeidsovereenkomst behorende bedingen en een salaris ter hoogte van het destijds geldende minimumloon. Deze onduidelijkheid komt voor rekening van de tandartspraktijk, zo luidt de uitspraak.
Conclusie
Een stageovereenkomst heeft elementen van een arbeidsovereenkomst en kan – afhankelijk van de omstandigheden van het geval – ook een arbeidsovereenkomst zijn. Het verschil tussen de stageovereenkomst en de arbeidsovereenkomst zit hem in het element ‘persoonlijke arbeid’. Bij een stageovereenkomst is hiervan in beginsel géén sprake, omdat de werkzaamheden van de stagiair zijn gericht op het uitbreiden van de eigen kennis en ervaring, in plaats van dat een bijdrage wordt geleverd aan het primaire doel van de onderneming.
De scheidslijn is echter (zeer) dun. Soms kan een stagiair alleen de noodzakelijke (werk)ervaring opdoen door in het kader van de opleiding arbeid te verrichten die vergelijkbaar is met de arbeid van een gewone werknemer. Het onderscheid is in die gevallen soms lastig te maken.
Het is aan de werkgever erop alert te zijn dat het doel van de werkzaamheden van de stagiair niet (te veel) verschuift van het uitbreiden van kennis en ervaring, mede met het oog op voltooiing van de opleiding, naar het leveren van een bijdrage aan verwezenlijking van het primaire doel van de onderneming (zoals bij de tandartsassistente). Het opstellen van een goed en evenwichtig stagecontract verdient hierbij aanbeveling.
Uitspraak eerste procedure
Uitspraak tweede procedure
Logidex-arrest Hoge Raad
Bron: Accountant.nl