In de fiscale wereld is veel te doen rondom box 3. Al enige tijd wil het inmiddels demissionaire kabinet toewerken naar een heffing over het werkelijk behaalde rendement. Dit om te voorkomen dat aanzienlijke verschillen ontstaan tussen het forfaitaire rendement en het feitelijke rendement.
Oorspronkelijk zou dit nieuwe stelsel per 2025 in werking treden, maar mede door opschudding rondom het Kerstarrest van de Hoge Raad en de val van het kabinet is veel op losse schroeven komen te staan. Wat is er ook alweer de afgelopen jaren gebeurd rondom box 3? En hoe ziet de toekomst eruit?
De Hoge Raad maakte in 2021 korte metten met het box 3 stelsel sinds 2017. Met het Kerstarrest oordeelde de Raad dat het sinds 2017 geldende stelsel van vermogensrendementsheffing op basis van het forfaitaire rendement, in strijd is met zowel het eigendomsrecht als het gelijkheidsbeginsel. De Hoge Raad bood daarbij rechtsherstel. Het kabinet legde dit vervolgens vast in de Wet rechtsherstel box 3. Belastingplichtigen krijgen hierdoor compensatie, voor zover hun werkelijke rendement in box 3 over de jaren 2017-2022 ook daadwerkelijk lager was dan het forfaitaire rendement waarover in deze periode belasting was geheven.
Controversieel rechtsherstel
Het door het kabinet geboden rechtsherstel leidt tot de dag van vandaag tot veel discussie. Zo is er commentaar op het feit dat het kabinet zich zeer formeel opstelde bij de afbakening van de kring gedupeerden en niet bereidwillig was om rechtsherstel te bieden aan degenen die niet hadden meegedaan aan de massaalbezwaarprocedure.
Ondanks de bezwaren besliste de Hoge Raad in mei 2022 dat belastingplichtigen in zodanig geval toch geen recht hebben op rechtsherstel. De bezwaartermijn van zes weken stond immers helder in de wet vermeld. Deze wederom strikt formele benadering oogstte publieke verontwaardiging. De overheid heeft immers te veel belasting geheven, wat volgens het Europese recht niet had gemogen, maar wil dat vervolgens niet teruggeven. Daarom loopt er nog een massaal bezwaarplus-procedure voor de niet-bezwaarmakers. Deze procedure heeft als doel antwoord te krijgen op de vraag of belastingplichtigen die geen bezwaar hebben ingediend tegen hun aanslag in box 3 over 2017-2021 toch recht hebben op rechtsherstel.
Het nieuwe stelsel
In de schaduw van deze ontwikkelingen werd door het kabinet gewerkt aan een nieuw box 3-stelsel. Eind vorig jaar gaf staatssecretaris Van Rij aan dat inwerkingtreding per 2025 niet meer goed haalbaar was en daarom beter naar 2026 kon worden verschoven. Daardoor trad op 1 januari 2023 de Overbruggingswet box 3 in werking, die geldt voor de jaren 2023 tot 2025.
Daarbij maakte de staatssecretaris op 8 september jl. de contouren van het nieuwe stelsel kenbaar. Net zoals bij het Kerstarrest is geoordeeld, is het werkelijke rendement het uitgangspunt van het nieuwe stelsel. Er wordt ook een administratieplicht geïntroduceerd voor belastingplichtigen met box 3-vermogen. Alle relevante documentatie over inkomen uit vermogen moet men bijhouden en bewaren.
Onlangs berichtte Van Rij dat, vanwege de val van het kabinet, de heffing naar het daadwerkelijk behaalde rendement niet eerder dan 2027 kan worden ingevoerd. Er zijn nog wat obstakels op de weg om ook deze streefdatum daadwerkelijk te halen. Zo zullen er nog grote veranderingen moeten plaatsvinden bij de ICT-systemen van de Belastingdienst om dit nieuwe stelsel ook daadwerkelijk te kunnen hanteren Daarbij kan ook een lange kabinetsformatie nog roet in het eten gooien.
Einde aan onzekerheid?
Het blijkt maar weer: Niets is zo veranderlijk als de heffingsgrondslag, de tarieven en de verschillende rendementspercentages in box 3. Het is dan ook lastig om bijvoorbeeld langetermijnplanningen voor beleggingen te maken. De roep om stabiliteit en duidelijke regels voor de lange termijn vanuit Den Haag wordt daarom steeds groter. Als fiscaal professional is het essentieel om berichtgeving hieromheen nauwlettend in de gaten te houden en op tijd in actie te komen bij veranderingen. Belastingheffing over box 3 is op dit moment een ‘levend dossier’.
Uiteindelijk lijkt de overstap naar een bepaalde vorm van heffing over werkelijk behaald rendement de heilige graal te zijn, maar het zal een complexe administratieve uitdaging worden. Laten we hopen dat er snel meer bekend wordt over de definitieve inrichting van box 3, want uiteindelijk heeft iedereen behoefte aan duidelijkheid.