40 procent van de zzp’ers heeft geen enkel financieel vangnet mochten ze arbeidsongeschikt raken. Vooral zelfstandigen met een laag inkomen hebben vaak niks geregeld.
Dat blijkt uit onderzoek van Knab onder veertienhonderd zzp’ers naar aanleiding van de aangekondigde AOV-verplichting in 2027. Alle recente aandacht rondom de aanstaande AOV-verplichting zorgt er volgens de bank wel voor dat ondernemers zich nu meer bewust zijn van de risico’s en in actie komen.
Van alle ondervraagden zegt 40 procent niks geregeld te hebben voor het geval ze arbeidsongeschikt raken. Dat betekent dat ze niet verzekerd zijn, maar ook geen vermogen hebben om op terug te vallen. Onder de laagste inkomensgroepen, met een besteedbaar maandinkomen onder de tweeduizend euro, gaat het zelfs om 62 procent.
Opvallend is dat ongeveer de helft van alle ondervraagden zonder vangnet ook niet van plan is om iets te gaan regelen. Meestal omdat ze zichzelf te oud vinden of al (deels) arbeidsongeschikt zijn. Anderen schatten in dat ze weinig risico lopen.
Traditionele AOV
Zelfstandigen kunnen zich op verschillende manieren verzekeren van een inkomen, maar de traditionele AOV is het populairst: 22 procent geeft aan er eentje te hebben. Hetzelfde percentage geeft aan (ook) terug te kunnen vallen op eigen vermogen of dat van hun partner. De percentages daarvan lopen op naarmate het inkomen stijgt. Alternatieven zoals schenkkringen (9 procent) en crowdsurance (4 procent) zijn vooral populair onder middeninkomens.
Twee op de drie ondervraagde zzp’ers zijn tegen het huidige plan om een AOV in 2027 verplicht te stellen. De recente discussie rondom die verplichting zorgt wel voor meer bewustzijn. 46 procent van de zzp’ers zegt dat ze zich meer bewust zijn van de risico’s door alle recente aandacht rondom arbeidsongeschiktheid. Bijna een kwart geeft aan dat ze de verplichting niet afwachten en op korte termijn op zoek gaan naar een passende AOV.
Onderschatting risico
AOV-specialist Annemieke Postema is blij met dit verhoogde bewustzijn: “Ondernemers onderschatten stelselmatig het arbeidsongeschiktheidsrisico. Dat risico moet je baseren op de factoren kans en potentieel (financieel) effect. Veel ondernemers denken dat hen niks zal overkomen omdat ze geen gevaarlijk beroep uitoefenen. Maar dat argument verdwijnt als sneeuw voor de zon als je bedenkt dat de meeste ongelukken in privésfeer gebeuren. Bijvoorbeeld op wintersport of tijdens iets simpels als het snoeien van de heg. En uiteraard kun je met elk beroep ziek worden. Daarnaast rekenen veel ondernemers op hun partner als hun eigen inkomen wegvalt. Maar je partner is juist extra druk thuis als jij uitvalt, waardoor méér werken voor diegene vaak niet mogelijk is. Bovendien houden helaas niet alle relaties stand bij dit soort problemen.”
Hoge inkomens enthousiaster
De steun onder ondernemers voor de verplichting daalt. Een jaar geleden steunde 41 procent het plan nog, maar nu er meer details bekend zijn, is dat percentage gezakt naar 34 procent. Zzp’ers met een hoog inkomen zijn daarbij enthousiaster dan hun collega’s met een laag inkomen. Onder de hoogste inkomens staat 41 procent achter het plan. Onder de laagste inkomens is dat nog maar 26 procent.