Belangrijke punten Prinsjesdag/Belastingplan 2025 voor burgers.
Verbeteringen belastingstelsel
Het verbeteren van het belastingstelsel gaat continu door, ook met dit Belastingplan. Het kabinet neemt een aantal maatregelen omdat uit evaluaties blijkt dat bepaalde regelingen niet meer doen waarvoor ze bedoeld zijn of het geen efficiënte manier is om het doel te bereiken. Vanaf 2025 zijn ingewikkelde berekeningen niet meer nodig bij de aftrek van extra vervoerskosten door ziekte of invaliditeit in de aangifte. Voor het bezoeken van een arts, ziekenhuis of apotheek is een vast bedrag van € 0,23 per kilometer aftrekbaar. Mensen die door een ernstige ziekte of handicap extra vervoerskosten hebben, mogen daarnaast een vast bedrag van € 925 aftrekken. Bonnen bewaren van bijvoorbeeld brandstof, verzekering, of aanpassingen aan de auto is niet meer nodig. Reiskosten gemaakt met de taxi of het openbaar vervoer blijven aftrekbaar tegen werkelijk gemaakte kosten.
Overdrachtsbelasting
Om de woningmarkt een impuls te geven, wordt het algemeen tarief van de overdrachtsbelasting voor woningen die geen hoofdverblijf zijn verlaagd van 10,4% naar 8% per 2026.
Overheidsfinanciën
Box 3
Dit kabinet heeft naast maatregelen in het Belastingplan ook een besluit genomen over wie er in aanmerking komt voor aanvullend rechtsherstel voor box 3 naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad van 6 juni dit jaar. Het kabinet heeft gekozen voor een ruime doelgroep. Hierdoor kunnen alle belastingplichtigen met een aanslag die na het Kerstarrest van 24 december 2021 is of wordt opgelegd het formulier opgaaf werkelijk rendement invullen, als hun werkelijk rendement lager was dan het veronderstelde forfaitaire rendement. Voor belastingplichtigen met aanslagen uit de jaren 2019 en 2020 geldt dat zij voor het verstrijken van de vijfjaarstermijn een verzoek tot ambtshalve vermindering moeten indienen. Belastingplichtigen met aanslagen uit het jaar 2019 hebben hier tot het einde van dit jaar de tijd voor, belastingplichtigen met aanslagen uit het jaar 2020 hebben nog tot het einde van 2025 de tijd. Voor belastingplichtigen met aanslagen uit de jaren 2017 en 2018 geldt dat zij al een verzoek tot ambtshalve vermindering moeten hebben ingediend om gebruik te kunnen maken van het formulier.
De Hoge Raad heeft aangegeven dat voor het bepalen van het werkelijke rendement het gehele vermogen van de belastingplichtige in box 3 moet worden meegenomen, zowel het directe als indirecte rendement en zonder aftrek van het heffingvrije vermogen. Het kabinet volgt deze definitie van werkelijk rendement.
WW op de schop en korter (naar 18 maanden)
- In het hoofdlijnenakkoord is een bezuiniging op de WW afgesproken. Daarvoor worden verschillende opties onderzocht, zoals het verlengen van de opzegtermijn bij arbeidsovereenkomsten in combinatie met een poortwachterstoets WW bij het UWV. Ook staat een verkorting van de WW-duur tot 18 maanden op de rol. De bedoeling is dat het eenvoudiger wordt voor de WW-gerechtigde, de werkgever en de uitvoeringsorganisaties.
- WW-gerechtigden hebben een sollicitatieplicht. Die wordt momenteel onderzocht, waarbij wordt gekeken naar de effectiviteit van diverse varianten van deze inspanningsplicht. De eerste tussentijdse resultaten van het onderzoek worden pas medio 2027 verwacht.
Pensioenen en transitie naar nieuw stelsel
- Met ingang van 2025 is de AOW-leeftijd vastgesteld via een 2/3e-koppeling aan de levensverwachting. De AOW-leeftijd wordt altijd vijf jaar van tevoren vastgesteld op basis van de wettelijk vastgestelde formule. In 2025 is de AOW-gerechtigde leeftijd 67 jaar en 0 maanden, net als in 2024. Tussen 2025 en 2027 stijgt de AOW-leeftijd niet, maar in 2028 stijgt de AOW-leeftijd met 3 maanden naar 67 jaar en 3 maanden.
- Eén van de meest actuele maatregelen uit het pensioenakkoord betreft een tijdelijke subsidieregeling zodat werknemers in zware beroepen eerder met pensioen kunnen. Deze RVU-regeling loopt eind 2025 af; de minister heeft nu budget gereserveerd om deze regeling te verlengen en zal daarover in overleg gaan met de sociale partners.
Koopkrachtmaatregelen
- Gemiddeld gaat iedereen er met 0,7% op vooruit in 2025. Het kabinet ondersteunt kwetsbare groepen en werkende middeninkomens met een pakket dat onder meer belastingverlagingen en verhogingen van toeslagen bevat, en verlaagt het eigen risico in de zorg. De eerste schijf inkomstenbelasting die geldt bij een inkomen tot € 38.441 per jaar wordt verlaagd naar 35,82%. Er komt daarnaast een tweede schijf van 37,48% die geldt bij een inkomen tussen de € 38.441 en € 76.817 per jaar. Werkenden en AOW’ers houden hierdoor netto meer over in 2025.
- De algemene heffingskorting (AHK) wordt verlaagd met € 335 per jaar. Daarnaast wordt het afbouwpunt verhoogd naar minimumloonniveau.
- Het kindgebonden budget (WKB) stijgt met maximaal € 184 per kind per jaar.
- Vanaf 2026 wordt de huurtoeslag vereenvoudigd en verhoogd. De eerste stappen voor vereenvoudiging worden gezet in 2025, waardoor een deel van de huishoudens met huurtoeslag een hogere toeslag ontvangt.
- De koopkracht profiteert ook door het verlagen van de energiebelasting op aardgas. Iedereen betaalt hierdoor € 29 minder belasting in 2025.Het Belastingplan 2025 en alle bijbehorende stukken zijn hier te vinden