WOZ-taxaties niet structureel veel te hoog’

 

Staatssecretaris Van Rij is het niet eens met de conclusie dat huiseigenaren veel te hoog worden aangeslagen voor de WOZ.

Dit antwoordt Van Rij op Kamervragen over het bericht ‘Huiseigenaren geschokt door hoge WOZ-taxaties: ’Makkelijk scoren door schuld bijbezwaarbureaus te leggen’’.

Van de bezwaarschriften die in 2021 zijn ingediend tegen de WOZ-waarde van een woning is 39,4% gehonoreerd. Dat betekent dat de WOZ-waarde is veranderd bij 39,4% van de WOZ-waarden van woningen waartegen bezwaar is gemaakt. Nu in 2021 tegen 3,2% van de woningen bezwaar is gemaakt, is de WOZ-waarde dus bij 1,3% van de woningen aangepast. De reden dat gemeenten bij een heroverweging van de WOZ-waarde in het kader van een bezwaar tot een andere inschatting komen, ligt voor een deel aan het feit dat de geregistreerde objectkenmerken soms niet meer correct blijken te zijn. Dit betreft dan met name onjuistheden in de secundaire objectkenmerken, zoals de onderhoudstoestand van de woning en de kwaliteit van de woonvoorzieningen. Dergelijke objectkenmerken zijn onderhevig aan verandering en gemeenten hebben daar op het moment van beschikken niet altijd zicht op.

Bij de uitvoering van de Wet WOZ zijn gemeenten en samenwerkingsverbanden continue bezig met het signaleren en doorvoeren van verbeteringen om de kwaliteit te borgen als onderdeel van de jaarlijkse herwaarderingscyclus. Van Rij is op dit moment aan het onderzoeken op welke wijze dit informele traject voor uitvoeringsorganisaties verplicht kan worden gesteld en hoe de Waarderingskamer dit meeneemt in haar toezicht.

Bron: Brief bij antwoorden op Kamervragen over het bericht ‘Huiseigenaren geschokt door hoge WOZ-taxaties: ’Makkelijk scoren door schuld bij bezwaarbureaus te leggen’’, nr. 2023ZO4572, Ministerie van Financien, 8 mei 2023

Werkgever en werknemer moeten straks visie op re-integratietraject geven

 

Om de re-integratie van zieke werknemers zo goed mogelijk te laten verlopen, is het gesprek tussen werknemer en werkgever van groot belang. Om dat gesprek te bevorderen zijn werkgever en werknemer per 1 juli 2023 verplicht om hun visie op het re-integratietraject te geven.

 

Dat meldt het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Werkgevers en werknemers moeten hun mening over de re-integratie-afspraken op meerdere momenten vastleggen, zoals bij het opstellen en bijstellen van een gezamenlijk plan van aanpak en bij de eerstejaarsevaluatie. De visie is gericht op de kortere én de langere termijn; werkgever en werknemer kunnen haar regelmatig bijstellen als dat nodig is.

De nieuwe regeling legt vast wat nu vaak al praktijk is. De regeling is bedoeld om het gesprek over re-integratie tussen werknemer en werkgever te bevorderen en zo bij te dragen aan een succesvol traject, aldus SZW.

De verplichting om de visies op het re-integratietraject toe te voegen geldt alleen voor stukken die na 1 juli 2023 zijn opgesteld. Een en ander staat in een nieuwe ministeriële regeling, die recent is gepubliceerd in de Staatscourant.

Langdurige uitval

Verzekeraar Nationale-Nederlanden berekende recent dat ziekteverzuim de Nederlandse economie vorig jaar ruim 27 miljard euro heeft gekost, een stijging van negen miljard euro ten opzichte van 2021.
Vooral de toename van psychische klachten spelen volgens NN daarbij een grote rol. Mentale problemen, zoals overspannenheid of burn-outs, zorgen voor langere uitval van personeel en resulteren vaak in een re-integratietraject.

Subsidieloket verduurzaming mkb-bedrijven geopend

 

Mkb-ondernemers kunnen weer subsidie aanvragen voor het verduurzamen van hun bedrijf, via de Subsidieregeling Verduurzaming Mkb (SVM).

 

Dat meldt de overheid. In totaal is er een budget beschikbaar van 14,4 miljoen euro. Met de SVM kunnen Mkb-ondernemers een vergoeding krijgen voor de inhuur van een energieadviseur voor een energieadvies op maat én voor hulp bij het uitvoeren van het advies. Aanvragen is mogelijk tot en met 30 september 2023. Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst tot het budget op is.

“Door te verduurzamen kunnen mkb-ondernemers bijdragen aan een beter klimaat en kunnen zij direct besparen op de energiekosten. Veel verduurzamingsmaatregelen verdienen zich in de praktijk snel terug”, aldus de overheid.

In het energieadvies van de energieadviseur staat welke energie- en CO2-besparende maatregelen er mogelijk zijn, en welke investeringen dit vraagt. Het gaat om adviezen over zowel het verduurzamen van het bedrijfspand als de bedrijfsvoering. Bijvoorbeeld over de mogelijkheden van het isoleren van muren, vloeren en daken of het aanbrengen van HR++-beglazing of het installeren van zonnepanelen. Maar ook over het aanschaffen van elektrische bestelwagens, energiezuinige keukenapparatuur of andere bedrijfsapparatuur. Ook kleinere maatregelen zoals het vervangen van conventionele verlichting door led-verlichting of het plaatsen van aanwezigheidsdectectie valt onder verduurzamingsmaatregelen.

Ondernemers kunnen – naast subsidie voor advies – ook subsidie krijgen voor concrete begeleiding en ondersteuning bij het nemen van minimaal een van de maatregelen uit het energieadvies. Ondersteuningsactiviteiten die in aanmerking komen zijn: het opvragen en beoordelen van offertes, het aanvragen van één of meer subsidies of onderzoeken naar andere financieringsmogelijkheden en het opstellen en uitzetten van een opdracht.

Kosten

Als wordt voldaan aan de voorwaarden krijgen ondernemers een vergoeding voor 80 procent van de kosten. Het subsidiebedrag voor het verduurzamingsadvies is minimaal 400 euro en maximaal 750 euro. Het maximale subsidiebedrag is 2.500 euro voor advies én ondersteuning samen. Bedrijven die in aanmerking komen zijn mkb-bedrijven (tot 250 werknemers en een maximale jaaromzet van maximaal 50 miljoen euro) die één of meer bedrijfspanden hebben of een bedrijfspand (of ruimte daarin) huren en die bovendien niet onder de wettelijke energiebesparingsplicht vallen.

De investeringen in de maatregelen zelf, zoals aanschafkosten of installatiekosten, vallen niet onder deze subsidie. Daarvoor kunnen ondernemers gebruik maken van andere subsidies zoals bijvoorbeeld de Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE) en Energie-investeringsaftrek (EIA). Deze en andere subsidies zijn te vinden via de subsidie- en financieringswijzer van RVO.

Kwaliteit advies

Om de kwaliteit van de adviezen en ondersteuning te verbeteren is de regeling voor 2023 op punten aangepast. “Nieuw is dat de energieadviseur tenminste twee jaar ervaring moet hebben met het adviseren van mkb-ondernemers over energiebesparing en verduurzaming. De adviseur moet dit aantonen. Ook moet een jaarafrekening van de energieleverancier als bijlage bij de aanvraag worden toegevoegd. Tot slot zijn de eisen aan het advies aangescherpt en moet de ondernemer een verklaring ondertekenen waarin de ondernemer aan geeft op de hoogte te zijn gesteld van de subsidievoorwaarden. Met deze aanscherpingen wordt oneigenlijk gebruik van de regeling (zoveel mogelijk) voorkomen”, aldus de overheid.

Aanvragen

Kostenpiek is niet nodig om onderhoudsvoorziening te vormen

 

Een ondernemer kan ook doteren aan de voorziening groot onderhoud als hij niet voldoet aan het zogeheten piek-vereiste.

 

 

Een woningcorporatie heeft in haar aangifte vennootschapsbelasting 2016 een voorziening groot onderhoud opgenomen van € 142.669.765. Deze voorziening betreft zowel het planmatig onderhoud als extra onderhoud dat wordt verricht als huurders een woning verlaten. Maar de inspecteur meent dat de woningcorporatie niet zo veel mag doteren aan de voorziening groot onderhoud. Zijn motivering luidt dat de woningcorporatie niet voldoet aan het piek-vereiste, dat ook geldt voor het vormen van een egalisatiereserve. Het piek-vereiste houdt in dat de onderhoudskosten in een jaar substantieel afwijken van de gemiddelde omvang van de onderhoudsuitgaven. De partijen brengen hun geschil voor Rechtbank Zeeland-West-Brabant. Daarvoor zijn zij al overeengekomen welk bedrag de woningcorporatie mag doteren aan de voorziening als de rechtbank het piek-vereiste bevestigt dan wel ontkracht. De rechtbank oordeelt uiteindelijk dat het piek-vereiste niet geldt voor het vormen van een voorziening groot onderhoud. Daardoor kan de woningcorporatie € 54.287.525 aan de voorziening groot onderhoud doteren.

Wet: art. 3.53, eerste lid, onderdeel a Wet IB 2001

Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant 9 maart 2023 (gepubliceerd 31 maart 2023), ECLI:NL:RBZWB:2023:1479, BRE 21/628

Bezwaren en definitieve aanslagen box 3 inkomen uit meer dan alleen banktegoeden aangehouden tot uitspraak HR

 

De Belastingdienst gaat het opleggen van definitieve aanslagen en het afhandelen van bezwaarschriften box 3 over de jaren 2017 tot en met 2022 aanhouden tot een nieuw arrest van de Hoge Raad.

 

Dit geldt alleen voor aanslagen met box 3-inkomen dat bestaat uit meer dan alleen banktegoeden, zoals inkomsten uit aandelen of vastgoed.

Op dit moment lopen er meerdere cassatieprocedures bij de Hoge Raad waarin de vraag centraal staat of deze forfaitaire spaarvariant voldoende in lijn is met het Kerstarrest. Totdat de Hoge Raad duidelijkheid hierover heeft gegeven door middel van het wijzen van één of meerdere arresten, wordt het opleggen van deze aanslagen en het afhandelen van bewaarschriften aangehouden.

Het aanhouden van de bezwaarschriften betekent dat de beslistermijn van de Algemene wet bestuursrecht overschreden wordt. Als een belanghebbende om die reden de Belastingdienst in gebreke stelt voordat de Hoge Raad arrest gewezen heeft, zal wel uitspraak op het bezwaarschrift worden gedaan. De Wet rechtsherstel box 3 is daarbij het kader. Dit betekent dat het bezwaarschrift in beginsel wordt afgewezen. Daartegen kan de belanghebbende vervolgens beroep instellen bij de fiscale rechter. Naar verwachting zullen verreweg de meeste belanghebbenden de arresten van de Hoge Raad willen afwachten. De uitspraak op hun bezwaarschrift zal conform deze arresten plaatsvinden. Voor belanghebbenden heeft dit als voordeel dat zij aanspraak kunnen maken op eventueel voor hen gunstige arresten, zonder dat zij nu individueel hoeven te procederen. Als belanghebbenden het niet eens zijn met de uiteindelijke uitspraak op hun bezwaarschrift staat de weg naar de fiscale rechter voor hen uiteraard alsnog open.

Voorlopige aanslagen

Voorlopige aanslagen IH 2021 en 2022 met box 3-inkomen dat uit meer bestaat dan banktegoeden zullen wel opgelegd worden. Dit geldt zowel voor de voorlopige aanslagen die leiden tot een teruggaaf als voor de voorlopige aanslagen die leiden tot een te betalen bedrag. Daarmee wordt enerzijds voorkomen dat belanghebbenden langer op hun geld moeten wachten. Anderzijds wordt voorkomen dat er over een langere periode belastingrente in rekening gebracht wordt. De Wet rechtsherstel box 3 is het kader bij de voorlopige aanslagregeling. Verzoeken om herziening van een voorlopige aanslag, evenals bezwaarschriften tegen eerdere afwijzing van zo’n verzoek, zullen ook worden aangehouden.

Deze aanpak is bedoeld om de procedures tegen de forfaitaire spaarvariant zo min mogelijk belastend te laten zijn voor belastingplichtigen, fiscaal intermediairs en de Belastingdienst. De afhandeling van de bezwaarschriften en het opleggen van de aanslagen zal na de arresten van de Hoge Raad plaatsvinden. Dit verandert niets aan de rechtspositie van de belanghebbenden. Het is helaas niet bekend wanneer de Hoge Raad arrest zal wijzen. Als dat lang op zich laat wachten, kan de aanslagtermijn gaan knellen. Van Rij kan nu niet uitsluiten dat op enig moment toch definitieve aanslagen over 2021 of 2022 vastgesteld moeten worden, waarbij er sprake is van box 3-inkomen dat uit meer bestaat dan banktegoeden.

Bron: Kamerbrief aanhouden behandeling bezwaarschriften en opleggen aanslagen box 3, Ministerie van Financien, 20 april 2023

Wettelijk minimumloon per 1 juli 2023

 

De nieuwe bedragen van het wettelijk minimumloon per 1 juli 2023 zijn gepubliceerd in de Staatscourant. De brutobedragen van het wettelijk minimumloon en minimumjeugdloon stijgen met 3,13% vanaf 1 juli 2023.

 

Bij een volledig dienstverband is het wettelijk brutominimumloon voor werknemers van 21 jaar en ouder, vanaf 1 juli 2023:

  • € 1.995,00 per maand
  • € 460,40 per week
  •  € 92,08 per dag

Voor werknemers van 15 jaar en ouder gelden de volgende bedragen (in euro’s).

Bruto minimumloon per uur per 1 juli 2023 bij een normale arbeidsduur voor een fulltime dienstverband van:

BBL-leerlingen

Voor leerlingen in de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) in de leeftijd van 18 tot en met 20 jaar gelden de onderstaande bedragen (in euro’s).

Minimumloon per uur ( in euro’s) vanaf 1 juli 2023 voor BBL-leerlingen bij een normale arbeidsduur voor een fulltime dienstverband.

Bron: Regeling van 17 april 2023, nr. 2023-0000203905, Ministerie SZW, Stcrt. 2023, 12023 en Forum Fiscaal Dienstverleners

Belastingdeurwaarder komt langs bij ondernemer met achterstand betalingsregeling bijzonder uitstel

 

De Belastingdienst attendeert ondernemers die gebruik maken van de betalingsregeling bijzonder uitstel vanwege de coronacrisis en niet voldoen aan de voorwaarden op een mogelijk bezoek van een belastingdeurwaarder.

 

Het is de bedoeling dat er gezamenlijk wordt gekeken naar oplossingen voor de betalingsachterstand.

De afgelopen maanden heeft de Belastingdienst meerdere brieven gestuurd om aan te geven dat er sprake is van een achterstand

  • met de termijnbedragen van de betalingsregeling
  • of met de aangifte- en betalingsverplichtingen vanaf 1 oktober 2022
  • of met de termijnbedragen van de betalingsregeling én de aangifte- en betalingsverplichtingen vanaf 1 oktober 2022

Als de ondernemer niet aanwezig is, laat de belastingdeurwaarder een brief achter. Bel de belastingdeurwaarder dan binnen zeven werkdagen.

Bij het Overzicht bijzonder uitstel van betaling vanwege de coronacrisis staat meer informatie over de betalingsregeling bijzonder uitstel.

Bron: Belastingdienst, 4 mei 2023

Nieuwe subsidieronde voor mkb’ers en eenmanszaken die willen digitaliseren

 

Vanaf 17 mei is er weer subsidie beschikbaar voor ondernemers die aan de slag willen gaan met verdere digitalisering van de bedrijfsvoering. Nieuw dit jaar is dat de subsidie ook beschikbaar is voor eenmanszaken.

 

Mijn Digitale Zaak bestaat uit drie stappen. In de eerste stap beantwoordt de ondernemer vragen over het bedrijf. Dat levert meteen een persoonlijk digitaliseringsadvies op. In de tweede stap ontvangen zij een lijst met leveranciers van digitaliseringsdiensten, passend bij het advies. Ondernemers kunnen vervolgens een leverancier selecteren en een offerte aanvragen. In de laatste stap kan de subsidie aangevraagd worden bij RVO. De subsidie vergoedt 50% van de offerteprijs tot een maximum van € 2500. De subsidiemodule staat open van 17 mei 2023 tot en met 14 juli 2023.

Bron: Regeling van 12 mei 2023, nr. WJZ/ 26312096, Ministerie EZK, Stcrt. 2023, 13816

Rittenregistratie moet adressen begin- en eindpunt bevatten

 

Als een rittenregistratie de adressen van de bestemmingen en vertrekpunten niet noemt, voldoet zij niet aan de wettelijke eisen. Dat kan ertoe leiden dat de bijtelling vanwege privégebruik van de auto van de zaak ten onrechte achterwege is gebleven.

 

Een man rijdt in 2017 in een auto van de zaak. Omdat de Belastingdienst een ‘verklaring geen privégebruik auto’ heeft afgegeven, laat de werkgever de bijtelling achterwege. Naderhand vraagt de fiscus de werknemer om ter controle een vragenformulier in te vullen. Daarnaast verzoekt de inspecteur de man om hem een rittenregistratie te overleggen. Maar de Belastingdienst constateert dat de overlegde rittenregistratie niet voldoet aan de wettelijke eisen. Rechtbank Den Haag is het daarmee eens. Zo ontbreken de adressen van de bestemmingen en de vertrekpunten in de rittenregistratie van de werknemer. Wanneer de gereden route is afgeweken van de gebruikelijke route, is dat evenmin vermeld. Daarnaast wijken de kilometerstanden op de overlegde garagebonnen af van de kilometerstanden in de rittenregistratie.

Gebruik van faciliteit vereist kennis

De werknemer stelt niet te hebben geweten dat hij zo nauwkeurig moet zijn. Maar dat gebrek in kennis komt voor zijn rekening. Wie een belastingvoordeel wil benutten, moet zich in de voorwaarden en administratieve verplichtingen verdiepen, aldus de rechtbank. De Belastingdienst mag daarom de werknemer een naheffingsaanslag loonheffingen en € 531 aan betalingsverzuimboete opleggen.

Bron: Rechtbank Den Haag 20 oktober 2022 (gepubliceerd 5 januari 2023), ECLI:NL:RBDHA:2022:11324, AWB 22/309

Informatie TEK-regeling

 

Mkb-ondernemingen waarvan de energiekosten een relatief groot deel uitmaken van de totale omzet kunnen vanaf 21 maart de Tegemoetkoming Energiekosten (TEK) aanvragen.

 

De TEK-regeling is een tijdelijke tegemoetkoming voor energie-intensieve mkb-bedrijven voor de gestegen gas- en elektriciteitskosten. De tegemoetkoming kan met terugwerkende kracht worden aangevraagd en loopt van 1 november 2022 tot en met 31 december 2023.

Mkb-ondernemingen bij wie de energiekosten minimaal 7% van de omzet bedragen en die voldoen aan de overige voorwaarden van de regeling, ontvangen een vergoeding van maximaal € 160.000. De compensatie bedraagt 50% van de energiekostenstijging boven een vastgestelde zogenoemde drempelprijs. Deze regeling moet voldoen aan Europese staatssteunregels en daarom goedgekeurd worden door de Europese Commissie. Bij akkoord van de Europese commissie kan de regeling opengesteld worden. De regeling is 28 februari gepubliceerd in de Staatscourant.

Voorwaarden

De TEK-vergoeding is bedoeld voor energie-intensieve mkb-bedrijven die voldoen aan de mkb-definitie, met maximaal 249 medewerkers en hoogstens € 50 miljoen omzet en/of een balanstotaal van maximaal € 43 miljoen. Stichtingen, verenigingen en overige instellingen die voldoen aan de voorwaarden kunnen de regeling ook aanvragen.

Loket

Het TEK-loket van de RVO blijft open tot 2 oktober 2023 om 17.00 uur. De TEK-regeling loopt tot en met het einde van dit jaar. De maximale compensatie bedraagt 160.000 euro per jaar.

Horeca vooraan met aanvragen energietegemoetkoming

Tot donderdagmiddag hadden 762 bedrijven bij de RVO een aanvraag ingediend voor een energiecompensatie volgens de dinsdag geopende TEK-regeling. Een derde van de aanvragen kwam bij horecabedrijven vandaan.

Wie minimaal 7 procent van de omzet kwijt is aan energiekosten, kan tot en met 2 oktober een beroep doen op de regeling. Aanvragen kunnen worden ingediend met terugwerkende kracht tot 1 november 2022. In de eerste dagen hebben ruim 250 restaurants, ijssalons en cafés een aanvraag ingediend. Voetbalclubs met buitenvelden (41 keer) en brood- en banketbakkerijen (24 keer) staan ook in de top 5 van aanvragers. Bakkersbranchevereniging NBOV zegt teleurgesteld te zijn over de late invoering van de regeling, omdat de piek van de hoge energieprijzen al is geweest. Verder is de verlaging van het voorschot tot 35 procent niet in goede aarde gevallen. De NBOV adviseert bakkers voorzichtig te zijn met aanvragen en TEK-geld opzij te zetten voor het geval er terugbetaald moet worden.

Nadeliger voor verenigingen

Volgens de Belangenorganisatie Amateur Voetbalverenigingen (BAV) is de regeling nadeliger voor verenigingen dan voor bedrijven. Een vereniging mag alleen winst maken als het geld wordt gebruikt om haar maatschappelijke doelen te bereiken. Verenigingen moeten op zoek naar manieren om de kosten voor energie te compenseren, zegt voorzitter Ben van Olffen. ‘Het is fijn dat de helft wordt gecompenseerd, maar voor de andere helft moet een voetbalclub mogelijk de contributie voor leden verhogen. Verenigingen willen daar juist voorzichtig mee zijn.’

Bron: ANP