Econoom: CBS blaast inflatie op met eigenzinnige rekenmethode

 

Dat Nederland de hoogste inflatie kent van alle landen van West-Europa heeft deels met de specifieke rekenmethode van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) te maken. Volgens economen van ABN Amro kan de eigenzinnige methode de inflatieverwachtingen ook beïnvloeden.

 

Volgens het CBS kwam de inflatie in Nederland vorige maand uit op 11,2 procent. Dat is de sterkste stijging van de prijzen in de eurozone, met uitzondering van de Baltische staten. De inflatie is deels zo hoog door de wijze waarop het CBS de kosten voor nutsvoorzieningen meet. Het statistiekbureau gaat er namelijk van uit dat de consument elke maand een nieuw contract afsluit, terwijl huishoudens in werkelijkheid contracten voor een jaar of nog langer hebben afgesloten.

“Je kunt dit zien als een statistisch verschil, maar het kan een serieus effect hebben op de inflatieverwachtingen”, aldus Sandra Phlippen, hoofdeconoom bij ABN Amro. Het risico bestaat dat “inflatieangst zich in de verwachtingen nestelt, die vervolgens zichzelf kunnen gaan waarmaken.”

De Europese Centrale Bank heeft al de nodige moeite om de gevolgen van de oorlog in Oekraïne op te vangen. De huidige hoge inflatie is reden voor de ECB om versneld zijn opkoopprogramma’s af te bouwen. Zodra dat gebeurd is, zou de rente omhoog kunnen.
Volgens Pieter Hein van Mulligen, hoofdeconoom van het CBS zorgt het ontbreken van door de overheid opgelegde maximumprijzen voor producten of diensten dat de wereldwijde energieprijzen over het algemeen gemakkelijker worden doorberekend in de consumentenprijzen dan in veel andere landen. “Er zijn aanzienlijke verschillen tussen de manieren waarop statistische bureaus in de EU energieprijzen meten,” aldus Van Mulligen. “Normaal gesproken heeft dit geen grote invloed op de algemene inflatie, maar dit zijn ongewone tijden.”

Volgens Phlippen leidt de CBS-methode tot een “opgeblazen” inflatie. Uit onderzoek de ABN Amro blijkt dat de stijging van de jaarlijkse energiekosten in maart rond de 20 procent had moeten liggen, terwijl de officiële gegevens een veel grotere sprong lieten zien.
Toezichthouder De Nederlandsche Bank stelt dat de energie-inflatie in Nederland, vooral door de berekeningswijze van het CBS, sneller oploopt dan in andere eurolanden. “Maar het is niet duidelijk of dat leidt tot hogere verwachtingen”, aldus een woordvoerder. “De methode leidt tot veel volatiliteit, wat ook snellere dalingen betekent als de prijzen weer gaan dalen.”

Bron: ANP

Hoge Raad: geen compensatie box 3 bij te laat bezwaar

 

Belastingplichtigen die te laat bezwaar hebben gemaakt tegen een te hoge heffing in box 3 van de inkomstenbelasting hoeven juridisch gezien geen compensatie te krijgen. Dat heeft de Hoge Raad geoordeeld. Nu dit arrest er is, kan het kabinet ook besluiten hoe groot de doelgroep voor de box 3-compensatie wordt.

 

Het kabinet wil vanaf 2025 belasting gaan heffen over het werkelijk rendement in box 3. Met een ‘vermogensaanwasbelasting’ wordt dan jaarlijks belasting geheven over de werkelijke opbrengst van het vermogen.
De Hoge Raad heeft de systematiek die sinds 2017 geldt voor de heffing in box 3 eind vorig jaar afgeserveerd. In reactie daarop heeft het kabinet besloten dat er compensatie komt voor belastingplichtigen die te veel belasting hebben betaald over hun inkomen uit sparen en beleggen en daar bezwaar tegen hebben gemaakt.

Ook compensatie voor niet-bezwaarmakers?

De vraag die de gemoederen in Den Haag sindsdien flink bezighoudt is: wat moet er gebeuren met belastingplichtigen die wel te veel belasting hebben betaald, maar géén bezwaar hebben ingediend? Afhankelijk van hoe ruimhartig de compensatieregeling wordt, kan de rekening voor de schatkist namelijk oplopen tot een slordige € 12 miljard. Het kabinet heeft vooralsnog gekozen voor de minst ruime variant, waarbij alleen de te hoge heffing op spaargeld wordt gecompenseerd.
De vraag wat er moet gebeuren met gedupeerden die geen bezwaar hebben gemaakt, heeft staatssecretaris Marnix van Rij van Financiën eerder voor zich uitgeschoven. Dat was in afwachting van een arrest van de Hoge Raad. Van Rij verwachtte dat hij uiteindelijk in het najaar een besluit zou kunnen nemen. Maar het verwachte arrest is er dus nu al.

Bron Hoge Raad: geen compensatie box 3 bij te laat bezwaar | Redactie Fiscaal Rendement

Bezwaarmakers box 3 krijgen voor 4 augustus herstel met spaarvariant

 

De ongeveer 60.000 mensen die bezwaar hebben gemaakt tegen de heffing in box 3 over de belastingjaren 2017-2020 ontvangen voor 4 augustus automatisch rechtsherstel volgens de zogenaamde ‘spaarvariant’.

 

Hierbij krijgen voornamelijk mensen met spaargeld geld terug. Dit herstel geldt ook voor nog niet vastgestelde of opgelegde aanslagen box 3 (onder andere 2020 en 2021). Dit heeft het kabinet 28 april in een brief aan de Tweede Kamer bekend gemaakt, naar aanleiding van een uitspraak van de Hoge Raad van eind vorig jaar.
Mensen die niet op tijd bezwaar hebben ingediend en waarbij de aanslag al vaststaat, krijgen nog geen rechtsherstel. Hierbij is een uitspraak van de Hoge Raad in een andere box 3-procedure nog van groot belang, die in het najaar van 2022 wordt verwacht. Het herstel kost nu € 2,8 miljard. Bij de voorjaarsnota, uiterlijk 1 juni 2022, wordt de Kamer op de hoogte gebracht van de budgettaire dekking.

Automatisch geld terug

Belastingplichtigen die bezwaar hebben gemaakt hoeven geen actie te ondernemen om het rechtsherstel te ontvangen. Zij krijgen automatisch geld terug voor de uiterlijke datum van 4 augustus. Hetzelfde geldt voor alle aanslagen over het belastingjaar 2021. Deze aanslagen worden vanaf augustus gefaseerd opgelegd.  Vanaf medio september wordt daarnaast herstel geboden aan de aanslagen over 2017 tot en met 2020 die op 24-12-2021 nog niet onherroepelijk vaststonden. Vanaf medio oktober volgt dan het rechtsherstel voor de aangiften 2017 tot en met 2020 waarbij nog geen aanslag was opgelegd. Ook voor al deze groepen geldt dat mensen hier automatisch bericht over krijgen, zij hoeven hiervoor geen actie te ondernemen. Via een rekenhulp kunnen mensen op de website van de Belastingdienst naar verwachting in juli narekenen hoe de aanslag tot stand is gekomen.

Niet op tijd bezwaar

In het najaar wordt een uitspraak van de Hoge Raad verwacht in een andere box 3-procedure. Deze is van belang voor de vraag of ook mensen die niet op tijd bezwaar hebben gemaakt recht moeten krijgen op herstel. Terwijl de Belastingdienst het komende half jaar al aan de slag gaat met het herstel, kan in deze periode duidelijk worden wat de Hoge Raad oordeelt in dat arrest. Het kabinet neemt dan daarna voor het einde van het jaar een besluit over de definitieve doelgroep van het rechtsherstel. Ook deze groep hoeft geen actie te ondernemen. Mensen die het niet met de beslissing van het kabinet eens zijn, hebben daarna nog de mogelijkheid om een zogenaamd verzoek tot ambtshalve vermindering in te dienen. En bij afwijzing daarvan in bezwaar en beroep te gaan. Eerder ingediende verzoeken worden nog aangehouden, zolang er nog geen besluit is genomen.

Bron: Rijksoverheid

Betalingstermijn MKB naar 30 dagen

 

De Tweede Kamer heeft deze maand bijna unaniem ingestemd met het wetsvoorstel dat de wettelijke betalingstermijn verkort.

Wat verandert er?

Heb je grote bedrijven als klant? De wettelijke termijn waarop grote bedrijven de rekeningen van hun mkb-leveranciers moeten betalen, wordt verkort naar 30 dagen. Grote bedrijven mogen nu een maximale periode van 60 dagen gebruiken voor hun mkb-leveranciers. De overheid moet binnen 30 dagen betalen. Dat gaat dus ook gelden voor grote bedrijven.

Voor wie?

  • mkb-ondernemers die producten of diensten leveren aan grote bedrijven
  • zzp’ers die ingehuurd worden door grote bedrijven
  • grote bedrijven die zaken doen met mkb-ondernemers

Wanneer?

De wijziging van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek gaat naar verwachting in op 1 juli 2022.

Let op: De ingangsdatum van deze (wets)wijziging is nog niet definitief. Inwerkingtreding is afhankelijk van goedkeuring door de Tweede en Eerste Kamer of afkondiging van de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) of ministeriële regeling én publicatie in het Staatsblad of de Staatscourant.

Bron: Ondernemersplein KVK

Wijziging betalingsregeling voorlopige aanslag IB en Vpb 2022

 

De Belastingdienst heeft de informatie over het betalen van de voorlopige aanslag inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting 2022 geactualiseerd.

 

 

Ligt de uiterste betaaldatum van de 1e termijn vóór 1 april 2022?

Dan valt het hele bedrag van de voorlopige aanslag 2022 onder het bijzonder uitstel. Dit betekent dat de termijnen in april tot en met december 2022 nog niet betaald hoeven te worden. Betaling van de termijnen via de betalingsregeling start op 1 oktober 2022.

Ligt de uiterste betaaldatum van de 1e termijn op of ná 1 april 2022?

Dan valt deze voorlopige aanslag buiten het bijzonder uitstel van betaling. Deze wordt dan niet meegenomen in de betalingsregeling. Het bedrag moet betaald worden binnen de daarvoor geldende termijnen.

Bron: Belastingdienst, 12 april 2022

Minister Kaag kondigt handhaving UBO-register aan

 

Minister Kaag laat weten dat er gestart wordt met de handhaving van het UBO-register. De handhaving zal zo veel mogelijk risico gebaseerd zijn.

 

 

Op 27 maart 2022 waren van 673.963 juridische entiteiten de UBO’s geregistreerd. Dat is 37,7 % van het totaal aantal registratieplichtige juridische entiteiten. Ook waren er nog 323.340 opgaven die beoordeeld moesten worden. Na verwerking van deze opgaven is de prognose dat circa 52 % van alle juridische entiteiten uiterlijk 27 maart de UBO’s heeft geregistreerd.

Sancties

Het niet voldoen aan de registratieplicht in het UBO-register betekent een overtreding van de Handelsregisterwet en is daarnaast een delict onder de Wet op de economische delicten. Dat betekent dat verschillende sancties opgelegd kunnen worden, waaronder een bestuurlijke boete, een last onder dwangsom, en in zeer uitzonderlijke gevallen een gevangenisstraf. Bureau Economische Handhaving (BEH) van de Belastingdienst is belast met de bestuursrechtelijke handhaving op het UBO-register. In uitzonderlijke gevallen kan BEH een casus voor strafrechtelijke handhaving doorverwijzen naar het Openbaar Ministerie. Voordat een sanctie wordt opgelegd ontvangen juridische entiteiten altijd eerst per brief een laatste waarschuwing met een termijn om alsnog aan de registratieplicht te voldoen. Er wordt dus niet zonder aankondiging een boete of andere sanctie opgelegd.

Risico op witwassen

De handhaving wordt zoveel mogelijk risicogebaseerd ingericht. Dit betekent praktisch dat binnen de beschikbare capaciteit voorrang wordt gegeven aan handhaving op die juridische entiteiten waar de risico’s op witwassen en financieren van terrorisme het hoogst zijn. Voor deze groep met verhoogd risico heeft handhaving de meeste meerwaarde. Dat neemt niet weg dat de overige registratieplichtige juridische entiteiten eveneens wettelijk gehouden zijn opgave te doen. Deze zijn niet vrijgesteld van handhaving en op deze juridische entiteiten zal steekproefsgewijs gehandhaafd worden.

Beleid tot 1 september 2022

Om te voorkomen dat een langere verwerkingstijd leidt tot verstoring van dienstverlening door meldingsplichtige instellingen aan nieuwe cliënten, geldt in ieder geval tot 1 september 2022 het volgende. In het geval dat een juridische entiteit de opgave heeft gedaan, maar deze nog niet is verwerkt, kan de meldingsplichtige instelling volstaan met de vaststelling dat de opgave is gedaan, met de uitleg van de cliënt welke UBO-gegevens en onderliggende documentatie daarbij zijn opgegeven. Dat de opgave is gedaan kan vastgesteld worden aan de hand van de bevestigingsmail van de KVK. Daarbij dient de cliënt de meldingsplichtige instelling te informeren zodra de registratie is voltooid. De meldingsplichtige instelling blijft uiteraard altijd – ongeacht of een juridische entiteit wel of niet (tijdig) aan de registratieplicht heeft voldaan – verantwoordelijk voor het cliëntenonderzoek, waaronder het adequaat vaststellen van de UBO’s.

Bron: Kamerbrief over Stand van zaken invoering van het register met gegevens van uiteindelijk belanghebbend, nr. 2022-0000091903, Ministerie van Financien, 14 april 2022

TVL terugbetalen? Dat kan op verschillende manieren 

 

Het verwachte omzetverlies toch te hoog ingeschat? Het is een van de redenen waarom een aantal ondernemers (een deel van) de TVL moet terugbetalen. De terugbetaling kan een extra zorg zijn. Daarom biedt de Belastingdienst hier verschillende mogelijkheden voor.

 

Van alle ondernemers die TVL aanvroegen, moet 15% het ontvangen voorschot helemaal (10%) of een deel (5%) terugbetalen. Gaat het om een bedrag van € 500 of minder? Dan scheldt de Belastingdienst dat kwijt. Ze rekenen geen rente over het bedrag dat een ondernemer moet terugbetalen. Dat is ook zo bij een betalingsregeling.

Hoe betalen ondernemers terug?

Van de ondernemers die moeten terugbetalen doet bijna de helft dat in één keer. En zo’n 20% maakt gebruik van de terugbetalingstermijn van 12 of 24 maanden. Minder dan 1% kiest voor een terugbetalingsregeling die kan oplopen tot 5 jaar.
Zo’n 1.150 ondernemers misten tot nu toe één of meerdere terugbetalingstermijnen.

Mogelijkheden terugbetalen

De meeste ondernemers kiezen voor een betalingsregeling van een jaar: zij betalen elke maand een bepaald bedrag terug. Een betaling in 6, 18 of 24 maandelijkse termijnen kan ook. Liever een persoonlijke betalingsregeling? Die bespreekt de Belastingdienst dan met de aanvrager.
Kan iemand het voorschot toch in 1x terugbetalen? Dan raden ze dat altijd aan.

Betalingsregeling aanvragen

Een betalingsregeling is hier online makkelijk aan te vragen. eHerkenning (eH3)of hoger of DigiD is nodig om in te loggen.
Moet iemand voor meer TVL-periodes terugbetalen? Dan volgen de terugbetalingen (en betalingsregelingen) na elkaar. De Belastingdienst kan verschillende periodes namelijk niet met elkaar verrekenen.

Einde corona uitstel belastingen; invorderingsrente

 

De Belastingdienst stuurt momenteel de overzichten van de openstaande belastingschulden. Bij sommige belastingschulden is er de mogelijkheid om in 60 maandelijkse termijnen de schuld te voldoen, te starten vanaf 1 oktober 2022. NB: hier wordt wel invorderingsrente gerekend.

Invorderingsrente

Als je een aanslag niet op tijd betaalt, moet je normaal gesproken 4% invorderingsrente betalen vanaf het moment dat de betaaltermijn is verstreken. Vanaf 23 maart 2020 tot en met 30 juni 2022 verlaagt de Belastingdienst de invorderingsrente van 4% naar 0,01%. Dit geldt niet alleen voor een belastingschuld waarvoor bijzonder uitstel van betaling wordt gevraagd, maar voor alle belastingschulden.

De invorderingsrente gaat na 30 juni 2022 stapsgewijs terug naar het oude niveau. Op 1 juli 2022 wordt het percentage invorderingsrente op 1% vastgesteld, op 1 januari 2023 op 2%, om vervolgens in 2 stappen uit te komen op 4% op 1 januari 2024.

 

Vragen en antwoorden vanuit de Belastingdienst over box 3 en de belastingaangifte

 

Heb jij tussen 2017 en 2021 belasting betaald in box 3? Dan kan onderstaande voor jou van belang zijn. Misschien kun je geld terugkrijgen en kunnen wij dit voor jou berekenen. Wil je meer informatie? Neem dan contact met ons op.

1. Hoe zit het precies?  

De Hoge Raad heeft bepaald dat de Belastingdienst over de jaren 2017, 2018 en daarna moet uitgaan van het werkelijke rendement op inkomen uit sparen en beleggen (box 3). De berekening van dat werkelijke rendement is nog niet in de belastingaangifte 2021 doorgevoerd. Dat kan bij mensen met inkomen uit vermogen in box 3 tot vragen leiden. De Belastingdienst begrijpt dat je graag zo snel mogelijk hoort of en hoeveel geld je terugkrijgt, maar is hierin afhankelijk van politieke besluitvorming. Het kabinet wil hier zorgvuldig naar kijken en komt in de voorjaarsnota vóór 1 juni met een besluit.

2. Ik heb inkomen uit vermogen in box 3. Wat kan ik het beste doen met mijn belastingaangifte?  

Doe gewoon belastingaangifte zoals je altijd doet en geef hierbij je totale inkomen uit vermogen in box 3 op. Deze gegevens heeft de Belastingdienst nodig om de definitieve aanslag, in lijn met de uitspraak van de Hoge Raad, te kunnen berekenen.
• In twee situaties kan het nog niet-aangepaste aangifteprogramma specifieke gevolgen hebben voor je aangifte.
• Belastingplichtigen met een fiscale partner kunnen achteraf bezien geen optimale verdeling van het gezamenlijke inkomen uit vermogen in box 3 hebben gekozen.
• Belastingplichtigen die door toepassing van de uitspraak een lager niet-aftrekbaar drempelbedrag voor zorgkosten en giften hebben, komen achteraf bezien misschien wél in aanmerking voor aftrek. De Belastingdienst onderzoekt wat de gevolgen voor deze groepen zijn en houdt daar rekening mee in de definitieve aanslag. 

3. Wanneer krijg ik bericht over mijn definitieve aanslag?  

Het kabinet komt in de voorjaarsnota vóór 1 juni met een besluit. Doordat pas later duidelijk wordt hoe de uitspraak van de Hoge Raad wordt uitgevoerd, zullen de definitieve aanslagen bij mensen met inkomen uit vermogen in box 3 waarschijnlijk later dan de normale datum van 1 juli worden verstuurd. Zij krijgen bericht van de Belastingdienst.

4. Ik heb geen inkomen uit box 3. Wat moet ik doen?  

Heb je geen inkomen uit sparen of beleggen in box 3, ben je alleen en komt je vermogen niet boven de vermogensgrens van € 50.000 of heb je samen met je fiscale partner niet meer vermogen dan € 100.000? Dan blijf je onder de grens voor de vermogensrendementsheffing en zijn er geen gevolgen voor je belastingaangifte.

5. Ik heb een te betalen voorlopige aanslag met inkomen uit vermogen in box 3. Wordt die ook aangepast?  

In de voorlopige aanslag 2022 is nog geen rekening gehouden met de eventuele gevolgen van de uitspraak van de Hoge Raad. Hierdoor kan je voorlopige aanslag met inkomen uit vermogen in box 3 onjuist zijn. Nadat je aangifte inkomstenbelasting 2022 hebt gedaan, verwerkt de Belastingdienst de uitspraak van de Hoge Raad in je definitieve aanslag. Omdat het belangrijk is dat je de aanslag desgewenst gespreid over het jaar kunt blijven betalen, heeft de Belastingdienst de voorlopige aanslag toch opgelegd. Als je de voorlopige aanslag 2022 (gedeeltelijk) niet betaalt, betaal je een hoger bedrag bij definitieve aanslag. Besluit je niet te betalen? De Belastingdienst biedt iedereen met een te betalen voorlopige aanslag een tijdelijke invorderingspauze voor de eerste betaaltermijn. Dat betekent dat de Belastingdienst je geen betalingsherinneringen en aanmaningen stuurt wanneer je deze termijn niet betaalt. Tijdens deze pauze bekijken we of er in je voorlopige aanslag sprake is van box 3-inkomen. Als je geen inkomen uit vermogen in box 3 hebt, stopt de invorderingspauze. Je ontvangt bericht over de te betalen termijnen en moet de termijnbedragen weer betalen. Heb je een voorlopige aanslag met inkomen uit vermogen in box 3? Dan blijft de invorderingspauze gelden. Kijk op belastingdienst.nl/box3 voor meer informatie.

6. Waar kan ik hulp krijgen als ik vragen heb over box 3?  

Heb je bij het invullen van je belastingaangifte vragen over box 3? De actuele stand van zaken vind je op belastingdienst.nl/box3. Kijk op belastingdienst.nl/aangifte voor meer informatie over de belastingaangifte.

Bron: De Belastingdienst

Belastingteruggave rompslomp voor zzp’ers die zonnepanelen willen

 

Ben je in loondienst, dan is het een simpel karweitje om de btw op zonnepanelen terug te krijgen. Maar zelfstandigen komen nog weleens bedrogen uit. Hoe kunnen ze ervoor zorgen dat ze toch belastingvoordeel hebben?

 

Voor particulieren zonder eenmanszaak is de subsidieregeling een fluitje van een cent. Na de aankoop en installatie van zonnepanelen kun je de btw erover terugkrijgen via een aantal heldere stappen. Je wordt op papier een eenmanszaak, zonder fiscale verplichtingen. Ondernemers met een kleine omzet hoeven namelijk hun btw niet af te dragen.

Maar precies daar wringt de schoen voor veel zzp’ers. Want als je al een eenmanszaak hebt, vallen de zonnepanelen daar automatisch ook onder. En veel van die bedrijven vallen vanwege hun omzet niet meer onder de btw-vrijstelling. In de praktijk betekent dat dus dat je de btw van je eigen paneelopbrengst moet blijven afdragen. Het alternatief is dat je als privépersoon de panelen koopt, maar dan heb je ook geen recht op de 21 procent btw-teruggave.

Kiest een zelfstandige er wél voor die 21 procent terug te vragen via z’n onderneming, dan kunnen de kosten in de loop der jaren aantikken. Met zonnepanelen die gemiddeld 25 jaar meegaan en een doorsnee stroomopbrengst van 3.000 kilowattuur per jaar hebben, is de kans groot dat je na verloop van tijd meer btw hebt betaald dan je in eerste instantie terugkreeg. Tenzij je nu al weet dat je onderneming binnen een paar jaar stopt.

Opties voor zzp’ers die de btw op zonnepanelen terug willen vragen

  • Heb je een partner zonder eenmanszaak die op hetzelfde adres woont? Zorg ervoor dat de panelen en het energiecontract op naam van je partner staan.
  • Heeft je partner óók een eenmanszaak? Koop samen met je partner de zonnepanelen en zorg ervoor dat de leverancier het contract op beide namen zet.
  • Ben je een alleenstaande zzp’er of woont je partner elders? Je kunt de btw dan wel terugvragen, maar mogelijk loont dat niet omdat je automatisch de btw over de opbrengst moet afdragen.

Hoge opbrengst bij huidige tarieven

Fiscaal jurist Romano Hagen van De Centrale BTW Teruggave adviseert regelmatig mensen die zonnepanelen aanschaffen. “Onze btw-wetgeving is ingericht op basis van Europese richtlijnen”, legt hij uit. “Heffingen worden daarom ook op elkaar afgestemd. Er wordt heel serieus mee omgegaan. Wat dat betreft gaat er dus niets veranderen.”

Toch zijn er wel oplossingen te bedenken voor eenmanszaken, vertelt Hagen. “Als je een partner hebt zonder eenmanszaak, kan die zonder probleem de btw terugvragen. Heb je allebei een eenmanszaak, dan kun je de zonnepanelen samen kopen en het contract op beide namen laten zetten. Check dat wel van tevoren goed bij de leverancier, want niet alle bedrijven willen eraan meewerken.”

“Als zakelijke klant van een energiemaatschappij heb je niet dezelfde bescherming als een consument. Je moet dus goed opletten wat je doet.” Romano Hagen, fiscaal jurist

Het is sowieso slim om goed uit te zoeken waar je aan begint, al dan niet met professionele begeleiding. “Als zakelijke klant van een energiemaatschappij heb je niet dezelfde bescherming als een consument”, vertelt Hagen. “Je moet dus goed opletten wat je doet.”

De oplossingen zijn helaas niet eindeloos. Ben je een alleenstaande zzp’er, dan kun je niet voorkomen dat je btw moet afdragen over de energieopbrengst. De overheid zou dat alleen kunnen veranderen door de subsidievorm in z’n geheel te wijzigen.

Toch vallen de problemen volgens Hagen mee. “Zonnepanelen hebben tegenwoordig een heel hoog rendement, zeker met de huidige energietarieven. Ik snap het probleem voor eenmanszaken zeker, maar ik denk dat het ook te relativeren valt.”

Bron: Nu.nl