Betalingstermijn MKB naar 30 dagen

 

De Tweede Kamer heeft deze maand bijna unaniem ingestemd met het wetsvoorstel dat de wettelijke betalingstermijn verkort.

Wat verandert er?

Heb je grote bedrijven als klant? De wettelijke termijn waarop grote bedrijven de rekeningen van hun mkb-leveranciers moeten betalen, wordt verkort naar 30 dagen. Grote bedrijven mogen nu een maximale periode van 60 dagen gebruiken voor hun mkb-leveranciers. De overheid moet binnen 30 dagen betalen. Dat gaat dus ook gelden voor grote bedrijven.

Voor wie?

  • mkb-ondernemers die producten of diensten leveren aan grote bedrijven
  • zzp’ers die ingehuurd worden door grote bedrijven
  • grote bedrijven die zaken doen met mkb-ondernemers

Wanneer?

De wijziging van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek gaat naar verwachting in op 1 juli 2022.

Let op: De ingangsdatum van deze (wets)wijziging is nog niet definitief. Inwerkingtreding is afhankelijk van goedkeuring door de Tweede en Eerste Kamer of afkondiging van de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) of ministeriële regeling én publicatie in het Staatsblad of de Staatscourant.

Bron: Ondernemersplein KVK

Wijziging betalingsregeling voorlopige aanslag IB en Vpb 2022

 

De Belastingdienst heeft de informatie over het betalen van de voorlopige aanslag inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting 2022 geactualiseerd.

 

 

Ligt de uiterste betaaldatum van de 1e termijn vóór 1 april 2022?

Dan valt het hele bedrag van de voorlopige aanslag 2022 onder het bijzonder uitstel. Dit betekent dat de termijnen in april tot en met december 2022 nog niet betaald hoeven te worden. Betaling van de termijnen via de betalingsregeling start op 1 oktober 2022.

Ligt de uiterste betaaldatum van de 1e termijn op of ná 1 april 2022?

Dan valt deze voorlopige aanslag buiten het bijzonder uitstel van betaling. Deze wordt dan niet meegenomen in de betalingsregeling. Het bedrag moet betaald worden binnen de daarvoor geldende termijnen.

Bron: Belastingdienst, 12 april 2022

Minister Kaag kondigt handhaving UBO-register aan

 

Minister Kaag laat weten dat er gestart wordt met de handhaving van het UBO-register. De handhaving zal zo veel mogelijk risico gebaseerd zijn.

 

 

Op 27 maart 2022 waren van 673.963 juridische entiteiten de UBO’s geregistreerd. Dat is 37,7 % van het totaal aantal registratieplichtige juridische entiteiten. Ook waren er nog 323.340 opgaven die beoordeeld moesten worden. Na verwerking van deze opgaven is de prognose dat circa 52 % van alle juridische entiteiten uiterlijk 27 maart de UBO’s heeft geregistreerd.

Sancties

Het niet voldoen aan de registratieplicht in het UBO-register betekent een overtreding van de Handelsregisterwet en is daarnaast een delict onder de Wet op de economische delicten. Dat betekent dat verschillende sancties opgelegd kunnen worden, waaronder een bestuurlijke boete, een last onder dwangsom, en in zeer uitzonderlijke gevallen een gevangenisstraf. Bureau Economische Handhaving (BEH) van de Belastingdienst is belast met de bestuursrechtelijke handhaving op het UBO-register. In uitzonderlijke gevallen kan BEH een casus voor strafrechtelijke handhaving doorverwijzen naar het Openbaar Ministerie. Voordat een sanctie wordt opgelegd ontvangen juridische entiteiten altijd eerst per brief een laatste waarschuwing met een termijn om alsnog aan de registratieplicht te voldoen. Er wordt dus niet zonder aankondiging een boete of andere sanctie opgelegd.

Risico op witwassen

De handhaving wordt zoveel mogelijk risicogebaseerd ingericht. Dit betekent praktisch dat binnen de beschikbare capaciteit voorrang wordt gegeven aan handhaving op die juridische entiteiten waar de risico’s op witwassen en financieren van terrorisme het hoogst zijn. Voor deze groep met verhoogd risico heeft handhaving de meeste meerwaarde. Dat neemt niet weg dat de overige registratieplichtige juridische entiteiten eveneens wettelijk gehouden zijn opgave te doen. Deze zijn niet vrijgesteld van handhaving en op deze juridische entiteiten zal steekproefsgewijs gehandhaafd worden.

Beleid tot 1 september 2022

Om te voorkomen dat een langere verwerkingstijd leidt tot verstoring van dienstverlening door meldingsplichtige instellingen aan nieuwe cliënten, geldt in ieder geval tot 1 september 2022 het volgende. In het geval dat een juridische entiteit de opgave heeft gedaan, maar deze nog niet is verwerkt, kan de meldingsplichtige instelling volstaan met de vaststelling dat de opgave is gedaan, met de uitleg van de cliënt welke UBO-gegevens en onderliggende documentatie daarbij zijn opgegeven. Dat de opgave is gedaan kan vastgesteld worden aan de hand van de bevestigingsmail van de KVK. Daarbij dient de cliënt de meldingsplichtige instelling te informeren zodra de registratie is voltooid. De meldingsplichtige instelling blijft uiteraard altijd – ongeacht of een juridische entiteit wel of niet (tijdig) aan de registratieplicht heeft voldaan – verantwoordelijk voor het cliëntenonderzoek, waaronder het adequaat vaststellen van de UBO’s.

Bron: Kamerbrief over Stand van zaken invoering van het register met gegevens van uiteindelijk belanghebbend, nr. 2022-0000091903, Ministerie van Financien, 14 april 2022

TVL terugbetalen? Dat kan op verschillende manieren 

 

Het verwachte omzetverlies toch te hoog ingeschat? Het is een van de redenen waarom een aantal ondernemers (een deel van) de TVL moet terugbetalen. De terugbetaling kan een extra zorg zijn. Daarom biedt de Belastingdienst hier verschillende mogelijkheden voor.

 

Van alle ondernemers die TVL aanvroegen, moet 15% het ontvangen voorschot helemaal (10%) of een deel (5%) terugbetalen. Gaat het om een bedrag van € 500 of minder? Dan scheldt de Belastingdienst dat kwijt. Ze rekenen geen rente over het bedrag dat een ondernemer moet terugbetalen. Dat is ook zo bij een betalingsregeling.

Hoe betalen ondernemers terug?

Van de ondernemers die moeten terugbetalen doet bijna de helft dat in één keer. En zo’n 20% maakt gebruik van de terugbetalingstermijn van 12 of 24 maanden. Minder dan 1% kiest voor een terugbetalingsregeling die kan oplopen tot 5 jaar.
Zo’n 1.150 ondernemers misten tot nu toe één of meerdere terugbetalingstermijnen.

Mogelijkheden terugbetalen

De meeste ondernemers kiezen voor een betalingsregeling van een jaar: zij betalen elke maand een bepaald bedrag terug. Een betaling in 6, 18 of 24 maandelijkse termijnen kan ook. Liever een persoonlijke betalingsregeling? Die bespreekt de Belastingdienst dan met de aanvrager.
Kan iemand het voorschot toch in 1x terugbetalen? Dan raden ze dat altijd aan.

Betalingsregeling aanvragen

Een betalingsregeling is hier online makkelijk aan te vragen. eHerkenning (eH3)of hoger of DigiD is nodig om in te loggen.
Moet iemand voor meer TVL-periodes terugbetalen? Dan volgen de terugbetalingen (en betalingsregelingen) na elkaar. De Belastingdienst kan verschillende periodes namelijk niet met elkaar verrekenen.

Einde corona uitstel belastingen; invorderingsrente

 

De Belastingdienst stuurt momenteel de overzichten van de openstaande belastingschulden. Bij sommige belastingschulden is er de mogelijkheid om in 60 maandelijkse termijnen de schuld te voldoen, te starten vanaf 1 oktober 2022. NB: hier wordt wel invorderingsrente gerekend.

Invorderingsrente

Als je een aanslag niet op tijd betaalt, moet je normaal gesproken 4% invorderingsrente betalen vanaf het moment dat de betaaltermijn is verstreken. Vanaf 23 maart 2020 tot en met 30 juni 2022 verlaagt de Belastingdienst de invorderingsrente van 4% naar 0,01%. Dit geldt niet alleen voor een belastingschuld waarvoor bijzonder uitstel van betaling wordt gevraagd, maar voor alle belastingschulden.

De invorderingsrente gaat na 30 juni 2022 stapsgewijs terug naar het oude niveau. Op 1 juli 2022 wordt het percentage invorderingsrente op 1% vastgesteld, op 1 januari 2023 op 2%, om vervolgens in 2 stappen uit te komen op 4% op 1 januari 2024.

 

Vragen en antwoorden vanuit de Belastingdienst over box 3 en de belastingaangifte

 

Heb jij tussen 2017 en 2021 belasting betaald in box 3? Dan kan onderstaande voor jou van belang zijn. Misschien kun je geld terugkrijgen en kunnen wij dit voor jou berekenen. Wil je meer informatie? Neem dan contact met ons op.

1. Hoe zit het precies?  

De Hoge Raad heeft bepaald dat de Belastingdienst over de jaren 2017, 2018 en daarna moet uitgaan van het werkelijke rendement op inkomen uit sparen en beleggen (box 3). De berekening van dat werkelijke rendement is nog niet in de belastingaangifte 2021 doorgevoerd. Dat kan bij mensen met inkomen uit vermogen in box 3 tot vragen leiden. De Belastingdienst begrijpt dat je graag zo snel mogelijk hoort of en hoeveel geld je terugkrijgt, maar is hierin afhankelijk van politieke besluitvorming. Het kabinet wil hier zorgvuldig naar kijken en komt in de voorjaarsnota vóór 1 juni met een besluit.

2. Ik heb inkomen uit vermogen in box 3. Wat kan ik het beste doen met mijn belastingaangifte?  

Doe gewoon belastingaangifte zoals je altijd doet en geef hierbij je totale inkomen uit vermogen in box 3 op. Deze gegevens heeft de Belastingdienst nodig om de definitieve aanslag, in lijn met de uitspraak van de Hoge Raad, te kunnen berekenen.
• In twee situaties kan het nog niet-aangepaste aangifteprogramma specifieke gevolgen hebben voor je aangifte.
• Belastingplichtigen met een fiscale partner kunnen achteraf bezien geen optimale verdeling van het gezamenlijke inkomen uit vermogen in box 3 hebben gekozen.
• Belastingplichtigen die door toepassing van de uitspraak een lager niet-aftrekbaar drempelbedrag voor zorgkosten en giften hebben, komen achteraf bezien misschien wél in aanmerking voor aftrek. De Belastingdienst onderzoekt wat de gevolgen voor deze groepen zijn en houdt daar rekening mee in de definitieve aanslag. 

3. Wanneer krijg ik bericht over mijn definitieve aanslag?  

Het kabinet komt in de voorjaarsnota vóór 1 juni met een besluit. Doordat pas later duidelijk wordt hoe de uitspraak van de Hoge Raad wordt uitgevoerd, zullen de definitieve aanslagen bij mensen met inkomen uit vermogen in box 3 waarschijnlijk later dan de normale datum van 1 juli worden verstuurd. Zij krijgen bericht van de Belastingdienst.

4. Ik heb geen inkomen uit box 3. Wat moet ik doen?  

Heb je geen inkomen uit sparen of beleggen in box 3, ben je alleen en komt je vermogen niet boven de vermogensgrens van € 50.000 of heb je samen met je fiscale partner niet meer vermogen dan € 100.000? Dan blijf je onder de grens voor de vermogensrendementsheffing en zijn er geen gevolgen voor je belastingaangifte.

5. Ik heb een te betalen voorlopige aanslag met inkomen uit vermogen in box 3. Wordt die ook aangepast?  

In de voorlopige aanslag 2022 is nog geen rekening gehouden met de eventuele gevolgen van de uitspraak van de Hoge Raad. Hierdoor kan je voorlopige aanslag met inkomen uit vermogen in box 3 onjuist zijn. Nadat je aangifte inkomstenbelasting 2022 hebt gedaan, verwerkt de Belastingdienst de uitspraak van de Hoge Raad in je definitieve aanslag. Omdat het belangrijk is dat je de aanslag desgewenst gespreid over het jaar kunt blijven betalen, heeft de Belastingdienst de voorlopige aanslag toch opgelegd. Als je de voorlopige aanslag 2022 (gedeeltelijk) niet betaalt, betaal je een hoger bedrag bij definitieve aanslag. Besluit je niet te betalen? De Belastingdienst biedt iedereen met een te betalen voorlopige aanslag een tijdelijke invorderingspauze voor de eerste betaaltermijn. Dat betekent dat de Belastingdienst je geen betalingsherinneringen en aanmaningen stuurt wanneer je deze termijn niet betaalt. Tijdens deze pauze bekijken we of er in je voorlopige aanslag sprake is van box 3-inkomen. Als je geen inkomen uit vermogen in box 3 hebt, stopt de invorderingspauze. Je ontvangt bericht over de te betalen termijnen en moet de termijnbedragen weer betalen. Heb je een voorlopige aanslag met inkomen uit vermogen in box 3? Dan blijft de invorderingspauze gelden. Kijk op belastingdienst.nl/box3 voor meer informatie.

6. Waar kan ik hulp krijgen als ik vragen heb over box 3?  

Heb je bij het invullen van je belastingaangifte vragen over box 3? De actuele stand van zaken vind je op belastingdienst.nl/box3. Kijk op belastingdienst.nl/aangifte voor meer informatie over de belastingaangifte.

Bron: De Belastingdienst

Belastingteruggave rompslomp voor zzp’ers die zonnepanelen willen

 

Ben je in loondienst, dan is het een simpel karweitje om de btw op zonnepanelen terug te krijgen. Maar zelfstandigen komen nog weleens bedrogen uit. Hoe kunnen ze ervoor zorgen dat ze toch belastingvoordeel hebben?

 

Voor particulieren zonder eenmanszaak is de subsidieregeling een fluitje van een cent. Na de aankoop en installatie van zonnepanelen kun je de btw erover terugkrijgen via een aantal heldere stappen. Je wordt op papier een eenmanszaak, zonder fiscale verplichtingen. Ondernemers met een kleine omzet hoeven namelijk hun btw niet af te dragen.

Maar precies daar wringt de schoen voor veel zzp’ers. Want als je al een eenmanszaak hebt, vallen de zonnepanelen daar automatisch ook onder. En veel van die bedrijven vallen vanwege hun omzet niet meer onder de btw-vrijstelling. In de praktijk betekent dat dus dat je de btw van je eigen paneelopbrengst moet blijven afdragen. Het alternatief is dat je als privépersoon de panelen koopt, maar dan heb je ook geen recht op de 21 procent btw-teruggave.

Kiest een zelfstandige er wél voor die 21 procent terug te vragen via z’n onderneming, dan kunnen de kosten in de loop der jaren aantikken. Met zonnepanelen die gemiddeld 25 jaar meegaan en een doorsnee stroomopbrengst van 3.000 kilowattuur per jaar hebben, is de kans groot dat je na verloop van tijd meer btw hebt betaald dan je in eerste instantie terugkreeg. Tenzij je nu al weet dat je onderneming binnen een paar jaar stopt.

Opties voor zzp’ers die de btw op zonnepanelen terug willen vragen

  • Heb je een partner zonder eenmanszaak die op hetzelfde adres woont? Zorg ervoor dat de panelen en het energiecontract op naam van je partner staan.
  • Heeft je partner óók een eenmanszaak? Koop samen met je partner de zonnepanelen en zorg ervoor dat de leverancier het contract op beide namen zet.
  • Ben je een alleenstaande zzp’er of woont je partner elders? Je kunt de btw dan wel terugvragen, maar mogelijk loont dat niet omdat je automatisch de btw over de opbrengst moet afdragen.

Hoge opbrengst bij huidige tarieven

Fiscaal jurist Romano Hagen van De Centrale BTW Teruggave adviseert regelmatig mensen die zonnepanelen aanschaffen. “Onze btw-wetgeving is ingericht op basis van Europese richtlijnen”, legt hij uit. “Heffingen worden daarom ook op elkaar afgestemd. Er wordt heel serieus mee omgegaan. Wat dat betreft gaat er dus niets veranderen.”

Toch zijn er wel oplossingen te bedenken voor eenmanszaken, vertelt Hagen. “Als je een partner hebt zonder eenmanszaak, kan die zonder probleem de btw terugvragen. Heb je allebei een eenmanszaak, dan kun je de zonnepanelen samen kopen en het contract op beide namen laten zetten. Check dat wel van tevoren goed bij de leverancier, want niet alle bedrijven willen eraan meewerken.”

“Als zakelijke klant van een energiemaatschappij heb je niet dezelfde bescherming als een consument. Je moet dus goed opletten wat je doet.” Romano Hagen, fiscaal jurist

Het is sowieso slim om goed uit te zoeken waar je aan begint, al dan niet met professionele begeleiding. “Als zakelijke klant van een energiemaatschappij heb je niet dezelfde bescherming als een consument”, vertelt Hagen. “Je moet dus goed opletten wat je doet.”

De oplossingen zijn helaas niet eindeloos. Ben je een alleenstaande zzp’er, dan kun je niet voorkomen dat je btw moet afdragen over de energieopbrengst. De overheid zou dat alleen kunnen veranderen door de subsidievorm in z’n geheel te wijzigen.

Toch vallen de problemen volgens Hagen mee. “Zonnepanelen hebben tegenwoordig een heel hoog rendement, zeker met de huidige energietarieven. Ik snap het probleem voor eenmanszaken zeker, maar ik denk dat het ook te relativeren valt.”

Bron: Nu.nl

Belastingdienst stuurt schuldenoverzicht

 

De Belastingdienst stuurt in april 2022 een eerst informatieve brief met een overzicht van de openstaande belastingschuld door coronamaatregelen.

 

 

In de brief staat een overzicht van de opgebouwde belastingschulden op peildatum 31 januari 2022. Om technische redenen is het helaas niet mogelijk een recenter overzicht te verstrekken. Het gaat om een tussenstand die nog kan veranderen door bijvoorbeeld de voorlopige aanslag inkomstenbelasting/vennootschapsbelasting 2022. Daarom stuurt de Belastingdienst in augustus 2022 een tweede brief met een nieuw overzicht. Het schuldenoverzicht is informatief, er kunnen geen rechten aan ontleend worden.

In de brief staat ook wat men kan doen als het niet mogelijk is aan de betalingsverplichtingen te voldoen. Voor hulp bij samenloop met andere schulden kan men terecht op het Ondernemersplein van de KVK of bij het KVK adviesteam.

Zzp’ers, eigenaren van een eenmanszaak, maten van een maatschap of vennoten van een vof of cv kunnen zich voor ondersteuning bij het aflossen van belastingschulden en andere schulden melden bij de gemeente.

Betalingsregeling

Het kabinet ondersteunt ondernemers om aflossingen van de belastingschuld zo soepel mogelijk te laten verlopen. Daarom biedt het kabinet ondernemers een ruimhartige betalingsregeling om hun belastingschuld af te lossen.

  • De ondernemer moet uiterlijk op 1 oktober 2022 beginnen met het aflossen van de opgebouwde belastingschuld.
  • De aflossingstermijn is 60 maanden, de ondernemer moet binnen 60 maanden de opgebouwde belastingschuld hebben afgelost.

De invorderingsrente bedraagt 0,01% tot en met juni 2022. Daarna wordt deze geleidelijk verhoogd tot het oorspronkelijke niveau dat gold voorafgaand aan de coronacrisis.
Vanaf 1 juli 2022 is het percentage vastgesteld op 1%. Op 1 januari 2023 wordt de invorderingsrente 2%, op 1 juli 2023 gaat de invorderingsrente omhoog naar 3%. Pas vanaf 1 januari 2024 is de invorderingsrente op het oorspronkelijke niveau van 4%.

Rekenhulp

In april 2022 publiceert de Belastingdienst een online rekenhulp voor ondernemers om een indicatie te krijgen van de betaaltermijnen van de opgebouwde schuld.
Meer informatie staat in de Kamerbrief Antwoorden op Kamervragen over steunpakket 1e kwartaal 2022.

Bron: Forum Fiscaal Dienstverleners, 28 maart 2022

Voorlopige aanslag 2022 valt volledig onder bijzonder uitstel van betaling

 

Ben je ondernemer en maak je gebruik van het bijzonder uitstel van betaling vanwege de coronacrisis? En heb je een voorlopige aanslag 2022 gekregen voor de inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting? Dan valt die voorlopige aanslag volledig onder het bijzonder uitstel van betaling.

 

Het bijzonder uitstel van betaling loopt af op 1 april 2022. Het was nog niet duidelijk wat dit betekent voor de voorlopige aanslag inkomstenbelasting 2022 en de voorlopige aanslag vennootschapsbelasting 2022. Vallen die niet, voor een deel, of volledig onder het bijzonder uitstel van betaling? Het kabinet heeft nu besloten dat deze voorlopige aanslagen volledig onder het bijzonder uitstel van betaling vallen.

Dit betekent dat je de termijnen in april tot en met december 2022 van een voorlopige aanslag over 2022 niet hoeft te betalen. Je betaalt het hele bedrag van zo’n voorlopige aanslag via de betalingsregeling voor de belastingschuld die je tijdens het bijzonder uitstel hebt opgebouwd. Deze betalingsregeling start op 1 oktober 2022, en duurt 60 maanden.

Bron: Belastingdienst

Jubelton per 1 januari 2023 verlaagd tot € 27.231

 

De schenkingsvrijstelling eigen woning (jubelton) wordt per 1 januari 2023 verlaagd tot € 27.231. De vrijstelling zal per 1 januari 2024 helemaal worden afgeschaft, zoals ook afgesproken in het coalitieakkoord.

 

Mensen tussen de 18 en 40 jaar kunnen nu nog een belastingvrije schenking voor de eigen woning krijgen van € 106.671. Het kabinet heeft op verzoek van de Tweede Kamer gekeken of het mogelijk was de vrijstelling al per 2023 af te schaffen of te verlagen. Conclusie was dat afschaffing niet mogelijk was, maar een verlaging wel.

Naast de vrijstelling eigen woning bestaat de mogelijkheid voor ouders om hun kind eenmalig een bedrag van € 27.231 belastingvrij te schenken die het kind vrij mag besteden. In 2023 wordt de vrijstelling eigen woning naar ditzelfde bedrag verlaagd. Ouders kunnen dit bedrag schenken voor de eigen woning, óf voor vrije besteding. Beide kan niet.

Staatssecretaris van Rij van Financien: “Het kabinet had al afgesproken de vrijstelling in 2024 af te schaffen. De Tweede Kamer heeft de vraag gesteld of hier niet eerder iets aan kon worden gedaan en het kabinet heeft hier meteen werk van gemaakt. De vrijstelling wordt daarom in 2023 fors verlaagd en in 2024 helemaal afgeschaft.”

Het verlagen van de schenkingsvrijstelling eigen woning wordt opgenomen in het wetsvoorstel Belastingplan 2023 en levert €7 miljoen per jaar op.

Bron: Voorstel verlaging schenkingsvrijstelling eigen woning 2023, nr. 2022-0000086912, Ministerie van Financien, 8 maart 2022