Brief Belastingdienst rechtsherstel box 3

 

Vanaf 15 oktober 2024 heeft de Belastingdienst brieven verstuurd aan mensen die in aanmerking komen voor het aanvullend rechtsherstel in box 3. Indien je deze brief hebt gekregen of nog krijgt zouden wij je graag vragen deze brief naar ons te mailen of langs te brengen. Via de e-mail mag dit naar info@b360.nl

Fiets van de zaak

 

Sinds 1 januari 2020 kunnen ondernemers en werknemers eenvoudiger een fiets, elektrische fiets of speedpedelec van de zaak gebruiken voor privédoeleinden.

Fiets van de zaak: hoe werkt het?

Een fiets van de zaak maakt het mogelijk om een (elektrische) fiets of een speedpedelec te gebruiken voor woon-werkverkeer. De werknemer hoeft dan niet zelf een fiets te kopen. Hij of zij mag de fiets van de zaak fiscaal gezien onbeperkt privé gebruiken. Dus ook voor een fietstochtje, de boodschappen of het wegbrengen van de kinderen.

Wat kost een fiets van de zaak?

De werkgever betaalt de fiets en meestal ook de kosten voor onderhoud en reparatie. Wel krijgt de werknemer te maken met een bijtelling bij het salaris. Uiteindelijk betaalt de werknemer daardoor enkele euro’s per maand extra belasting.

Hoe werkt de bijtelling?

Wie een fiets van de zaak privé gebruikt, heeft daar voordeel van. Over de waarde van dit voordeel (de bijtelling) betaalt hij of zij loonbelasting. De bijtelling is 7% over de consumentenadviesprijs van de fiets en accessoires (inclusief btw) per jaar. De werkgever telt dit bedrag op bij het salaris. Hierover betaalt de werknemer dan maandelijks belasting.

Rekenvoorbeeld


Bron: Rijksoverheid

Eigen bijdrage

De werkgever kan de werknemer om een maandelijkse eigen bijdrage vragen. Dit bedrag gaat dan van de bijtelling af. De werknemer ziet dit terug op zijn of haar loonstrookje.

Werkgever vergoedt soms bijtelling

De werkgever mag er ook voor kiezen de bijtelling voor zijn rekening te nemen. Dat kan door gebruik te maken van de vrije ruimte in de werkkostenregeling. In dat geval hoeft de werknemer helemaal geen belasting te betalen.

Geen of minder reiskostenvergoeding

Maakt de werknemer gebruik van een fiets van de zaak? Dan kan het zijn dat hij of zij bepaalde reiskostenvergoedingen niet meer krijgt van de werkgever. Bijvoorbeeld een kilometervergoeding. Daar staat tegenover dat de werknemer ook minder of geen reiskosten meer maakt. De werkgever bepaalt welke reiskosten al dan niet vergoed worden.

Bron: Rijksoverheid

Qredits lanceert duurzaamheidslening voor mkb

 

Qredits gaat ondernemers helpen met het verduurzamen van hun bedrijf. Vanaf 1 oktober biedt de stichting een duurzaamheidslening aan van maximaal € 50.000 tegen een rente van 4,95 procent, voor mkb-ondernemers die willen investeren in energieopwekking en/of besparing.

De MKB Duurzaamheidslening wordt mede mogelijk gemaakt door het ministerie van Economische Zaken en met funding van ASN Bank en BNP Paribas. Zo willen die partijen mkb-ondernemers helpen het energieverbruik in hun bedrijf te verminderen.

Bijna twee derde van de ondernemers in het kleinbedrijf wil investeren in verduurzaming, maar kan dit niet zelf betalen, blijkt uit onderzoek (klik hier voor het onderzoek). De duurzaamheidslening moet daarbij helpen.
Qredits start met het verstrekken van duurzaamheidsleningen in heel Nederland en op de BES-eilanden. Het ministerie van Economische Zaken stelt voor de doelgroep rentesubsidie beschikbaar, waardoor ondernemers tegen lagere lasten toch kunnen verduurzamen.

Buiten de besparingsplicht

De nieuwe duurzaamheidslening kan gebruikt worden voor investeringen waarmee duurzame energie wordt opgewekt of opgeslagen. Maar ook voor investeringen die leiden tot besparing van energiegebruik, of tot reductie van fossiele brandstoffen.

Bedrijven met een jaarlijks energiegebruik van minder dan 50.000KWh en/of gasverbruik van minder dan 25.000m3, die niet onder de energiebesparingsplicht vallen, komen in aanmerking voor de MKB Duurzaamheidslening.

Stimulans

Het ministerie van Economische Zaken verstrekt een rentesubsidie van tien miljoen euro vanuit het Klimaatfonds, tot eind 2026. Hiermee is het mogelijk om ongeveer 1.750 ondernemers te helpen met hun verduurzamingsplannen.

De overheid ziet de rentesubsidie als stimulans voor ondernemers die niet vallen onder de energiebesparingsplicht. “Als overheid vinden wij het belangrijk om ondernemers te ondersteunen in duurzame investeringen”, licht minister Beljaarts van EZ toe.

ASN Bank stelt specifieke duurzaamheidsfunding voor een bedrag van vijftien miljoen euro beschikbaar aan Qredits, waarmee de stichting vanaf 1 oktober kan starten met het verstrekken van duurzaamheidsleningen.

Mkb-ondernemers kunnen informatie over de nieuwe duurzaamheidslening vinden op de website van Qredits (klik hier). De stichting zonder winstoogmerk is de grootste niet-bancaire financier voor ondernemers in Nederland

Tweede Kamer wil zachtere landing bij opheffen handhavingsmoratorium

 

De Tweede Kamer heeft 1 oktober voor een motie gestemd over het wijzigen van  de handhavingsstrategie ten behoeve van een zachtere landing bij het opheffen van het handhavingsmoratorium.

Volgens de indieners van de motie is er veel onduidelijkheid en onrust onder zzp’ers en opdrachtgevers, waardoor veel opdrachtgevers preventief afzien van samenwerking met zzp’ers, terwijl dat wettelijk gezien niet nodig is. De motie verzoekt de regering de handhavingsstrategie zo te wijzigen door voorlopig, voor in ieder geval één jaar, risicogericht te gaan handhaven, met de focus op probleemgevallen zoals gedwongen zelfstandigheid, onderbetaling, evidente schijnzelfstandigen en arbeidsmigratieconstructies.

Ook de volgende moties zijn aangenomen

  • Motie over voor 1 november 2024 een duidelijk afwegingskader voor handhaving publiceren op de website van de Belastingdienst
  • Motie over in de handhaving coulant omgaan met onbewust onbekwame zelfstandigen en niet direct overgaan tot het opleggen van boetes
  • Motie over verkennen hoe de agrarische sector kan worden uitgezonderd van de arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen
  • Motie over ervoor zorgen dat per 1 januari 2025 geen schijnzelfstandigen meer werkzaam zijn binnen de rijksdienst
  • Motie over vooroverleg over beoordeling van arbeidsrelaties faciliteren en reeds goedgekeurde modelovereenkomsten effectief van kracht laten blijven

Bron: Tweede Kamer, 1 oktober 2024

‘In privé gekocht’ vastgoed kan toch in btw-sfeer vallen

 

Stelt een btw-ondernemer vastgoed in privé te hebben gekocht, maar doet hij met betrekking tot dit vastgoed meer dan normaal vermogensbeheer? Dan is het vastgoed toch ondernemingsvermogen voor de omzetbelasting.

De Rechtbank Noord-Holland heeft op 8 mei 2024 geoordeeld dat de eiser bij de levering van twee bouwkavels heeft gehandeld als ondernemer voor de omzetbelasting. Een man is sinds 2003 geregistreerd als ondernemer voor de verhuur van onroerend goed. In 2007 heeft de man een landgoed gekocht. Na het uitvoeren van verbouwingen en restauraties heeft de man arbeiderswoningen gesloopt en vier bouwkavels gerealiseerd. In 2019 levert hij de eerste twee kavels en voldoet hij de omzetbelasting. De man meent echter dat de voldoening van de omzetbelasting onterecht is. Hij stelt dat hij de transacties en handelingen met betrekking tot het landgoed als privépersoon heeft gehandeld. Volgens de man heeft hij enkel zijn eigendomsrecht uitgeoefend. De verkoop van het bewerkte landgoed was een incidentele handeling. Daarnaast stelt de man geen voorbelasting te hebben afgetrokken.

Meer dan normaal vermogensbeheer

De Belastingdienst ziet de man echter als ondernemer, gezien de actieve stappen die hij ondernam. Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat ondernemerschap voor de omzetbelasting inhoudt dat men zelfstandig een bedrijf uitoefent of een vermogensbestanddeel exploiteert met het oog op duurzame opbrengst. De activiteiten van de man, waaronder het slopen van woningen, het verbeteren van de toegangsweg en het mogelijk maken van woningbouw, gingen verder dan normaal beheer van privévermogen. De man heeft dus gehandeld als ondernemer voor de omzetbelasting. Dat hij geen voorbelasting heeft afgetrokken, is niet bepalend voor het ondernemerschap bij de levering van de kavels.

Wet: art. 15, eerste lid, onderdeel a WBRV en art. 7, tweede lid en 11, eerste lid, onderdeel a Wet OB 1968
Bron: rechtbank Noord-Holland 8 mei 2024 (gepubliceerd 30 september 2024), ECLI:NL:RBNHO:2024:8999, AWB 21/6251

Prinsjesdag: Burgers

 

Belangrijke punten Prinsjesdag/Belastingplan 2025 voor burgers.

Verbeteringen belastingstelsel

Het verbeteren van het belastingstelsel gaat continu door, ook met dit Belastingplan. Het kabinet neemt een aantal maatregelen omdat uit evaluaties blijkt dat bepaalde regelingen niet meer doen waarvoor ze bedoeld zijn of het geen efficiënte manier is om het doel te bereiken. Vanaf 2025 zijn ingewikkelde berekeningen niet meer nodig bij de aftrek van extra vervoerskosten door ziekte of invaliditeit in de aangifte. Voor het bezoeken van een arts, ziekenhuis of apotheek is een vast bedrag van € 0,23 per kilometer aftrekbaar. Mensen die door een ernstige ziekte of handicap extra vervoerskosten hebben, mogen daarnaast een vast bedrag van € 925 aftrekken. Bonnen bewaren van bijvoorbeeld brandstof, verzekering, of aanpassingen aan de auto is niet meer nodig. Reiskosten gemaakt met de taxi of het openbaar vervoer blijven aftrekbaar tegen werkelijk gemaakte kosten.

Overdrachtsbelasting

Om de woningmarkt een impuls te geven, wordt het algemeen tarief van de overdrachtsbelasting voor woningen die geen hoofdverblijf zijn verlaagd van 10,4% naar 8% per 2026.

Overheidsfinanciën

Box 3

Dit kabinet heeft naast maatregelen in het Belastingplan ook een besluit genomen over wie er in aanmerking komt voor aanvullend rechtsherstel voor box 3 naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad van 6 juni dit jaar. Het kabinet heeft gekozen voor een ruime doelgroep. Hierdoor kunnen alle belastingplichtigen met een aanslag die na het Kerstarrest van 24 december 2021 is of wordt opgelegd het formulier opgaaf werkelijk rendement invullen, als hun werkelijk rendement lager was dan het veronderstelde forfaitaire rendement. Voor belastingplichtigen met aanslagen uit de jaren 2019 en 2020 geldt dat zij voor het verstrijken van de vijfjaarstermijn een verzoek tot ambtshalve vermindering moeten indienen. Belastingplichtigen met aanslagen uit het jaar 2019 hebben hier tot het einde van dit jaar de tijd voor, belastingplichtigen met aanslagen uit het jaar 2020 hebben nog tot het einde van 2025 de tijd. Voor belastingplichtigen met aanslagen uit de jaren 2017 en 2018 geldt dat zij al een verzoek tot ambtshalve vermindering moeten hebben ingediend om gebruik te kunnen maken van het formulier.

De Hoge Raad heeft aangegeven dat voor het bepalen van het werkelijke rendement het gehele vermogen van de belastingplichtige in box 3 moet worden meegenomen, zowel het directe als indirecte rendement en zonder aftrek van het heffingvrije vermogen. Het kabinet volgt deze definitie van werkelijk rendement.

WW op de schop en korter (naar 18 maanden)

  • In het hoofdlijnenakkoord is een bezuiniging op de WW afgesproken.  Daarvoor worden verschillende opties onderzocht, zoals het verlengen van de opzegtermijn bij arbeidsovereenkomsten in combinatie met een poortwachterstoets WW bij het UWV. Ook staat een verkorting van de WW-duur tot 18 maanden op de rol. De bedoeling is dat het eenvoudiger wordt voor de WW-gerechtigde, de werkgever en de uitvoeringsorganisaties.
  • WW-gerechtigden hebben een sollicitatieplicht. Die wordt momenteel onderzocht, waarbij wordt gekeken naar de effectiviteit van diverse varianten van deze inspanningsplicht. De eerste tussentijdse resultaten van het onderzoek worden pas medio 2027 verwacht.

Pensioenen en transitie naar nieuw stelsel

  • Met ingang van 2025 is de AOW-leeftijd vastgesteld via een 2/3e-koppeling aan de levensverwachting. De AOW-leeftijd wordt altijd vijf jaar van tevoren vastgesteld op basis van de wettelijk vastgestelde formule. In 2025 is de AOW-gerechtigde leeftijd 67 jaar en 0 maanden, net als in 2024. Tussen 2025 en 2027 stijgt de AOW-leeftijd niet, maar in 2028 stijgt de AOW-leeftijd met 3 maanden naar 67 jaar en 3 maanden.
  • Eén van de meest actuele maatregelen uit het pensioenakkoord betreft een tijdelijke subsidieregeling zodat werknemers in zware beroepen eerder met pensioen kunnen. Deze RVU-regeling loopt eind 2025 af; de minister heeft nu budget gereserveerd om deze regeling te verlengen en zal daarover in overleg gaan met de sociale partners.

Koopkrachtmaatregelen

  • Gemiddeld gaat iedereen er met 0,7% op vooruit in 2025. Het kabinet ondersteunt kwetsbare groepen en werkende middeninkomens met een pakket dat onder meer belastingverlagingen en verhogingen van toeslagen bevat, en verlaagt het eigen risico in de zorg. De eerste schijf inkomstenbelasting die geldt bij een inkomen tot € 38.441 per jaar wordt verlaagd naar 35,82%. Er komt daarnaast een tweede schijf van 37,48% die geldt bij een inkomen tussen de € 38.441 en € 76.817 per jaar. Werkenden en AOW’ers houden hierdoor netto meer over in 2025.
  • De algemene heffingskorting (AHK) wordt verlaagd met € 335 per jaar. Daarnaast wordt het afbouwpunt verhoogd naar minimumloonniveau.
  • Het kindgebonden budget (WKB) stijgt met maximaal € 184 per kind per jaar.
  • Vanaf 2026 wordt de huurtoeslag vereenvoudigd en verhoogd. De eerste stappen voor vereenvoudiging worden gezet in 2025, waardoor een deel van de huishoudens met huurtoeslag een hogere toeslag ontvangt.
  • De koopkracht profiteert ook door het verlagen van de energiebelasting op aardgas. Iedereen betaalt hierdoor € 29 minder belasting in 2025.Het Belastingplan 2025 en alle bijbehorende stukken zijn hier te vinden

Prinsjesdag: Ondenemers

 

Belangrijke punten Prinsjesdag/Belastingplan 2025 voor ondernemers.

Bedrijfsopvolging

Er komen aangepaste regels voor de belasting op bedrijfsoverdracht (bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en de doorschuifregeling aanmerkelijk belang (DSR ab), waarmee deze regelingen eenvoudiger wordt. Vanaf 1 januari 2025 wordt de bezits- en voortzettingseis verlaagd van 5 naar 3 jaar. Ondernemers hebben dan eerder meer flexibiliteit in de bedrijfsvoering zonder het recht op de BOR te verliezen. Vanaf 1 januari 2026 wordt de toegang tot de BOR en DSR beperkt tot gewone aandelen met een minimaal belang van 5%. Daarnaast wordt onbedoeld gebruik van de BOR via rollatorinvesteringen en dubbel-BOR tegengegaan.

Btw

Verder worden per 2026 de verlaagde btw-tarieven voor het verstrekken van logies en voor bepaalde culturele goederen en diensten afgeschaft. Hierdoor gaat vanaf 1 januari 2026 het algemene tarief van 21% gelden. Sportverenigingen vallen buiten deze maatregel en voor leermiddelen voor leerlingen tot 18 jaar komt een compensatie.

Giftenaftrek

De giftenaftrek voor ondernemers wordt per 2025 afgeschaft. Dit geldt voor zowel giftenaftrek in de vennootschapsbelasting (vpb) als voor de regeling ‘geven uit de vennootschap’. Een gift wordt daardoor vanaf 2025 beschouwd als een winstuitkering waarover belasting betaald moet worden. Sponsoring en reclame zijn zakelijke kosten die wel aftrekbaar blijven.

Ongewenste belastingconstructies

Ook worden er ongewenste belastingconstructies aangepakt. Zoals een constructie bij onroerend goed waarbij geen btw betaald wordt, terwijl dit wel de bedoeling is.

Hervorming van de arbeidsmarkt

Er komt duidelijke regelgeving voor de positie van zelfstandigen en een aanpak van schijnzelfstandigheid. Ook wordt een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen ingevoerd. Er komen daarvoor twee wetten aan: de Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (Vbar) en de Wet meer zekerheid flexwerkers. Doel van beide wetten is in essentie om schijnzelfstandigheid tegen te gaan en werknemers meer zekerheid te bieden.

Ondernemersklimaat

Het hebben van een goede concurrentiepositie en voorspelbaar fiscaal beleid zijn belangrijke speerpunten, meldt het kabinet. Daarom wordt ingezet op een stabiel en voorspelbaar fiscaal beleid. De versobering van de expatregeling wordt vanaf 2027 deels teruggedraaid: 5 jaar lang geldt een aftrekpercentage van 27%. De salarisnorm wordt verhoogd van € 46.107 naar € 50.436. Ook voor werknemers onder de 30 jaar met een masteropleiding wordt de salarisnorm verhoogd. Verder blijft de inkoopfaciliteit voor beursfondsen in de dividendbelasting bestaan. Hierdoor blijft de inkoop van eigen aandelen door beursfondsen onder voorwaarden vrijgesteld van dividendbelasting. Verder zorgt het kabinet dat de  generieke renteaftrekbeperking in de vpb wordt verruimd, deze gaat van 20% naar 25%. Dit sluit beter aan bij het Europese gemiddelde. Ook versoepelt het kabinet de kwijtscheldingswinstvrijstelling in de vpb bij verliezen boven € 1 miljoen. Dit zorgt ervoor dat in de kern gezonde bedrijven makkelijker tot een akkoord met schuldeisers kunnen komen.

Compensatie transitievergoeding alleen nog voor kleine bedrijven

Sinds 1 april 2020 worden alle werkgevers gecompenseerd voor de transitievergoeding die zij moeten betalen bij ontslag van een werknemer die daarvoor twee jaar ziek was. Deze compensatieregeling wordt vanaf 1 juli 2026 beperkt tot kleine werkgevers (minder dan 25 werknemers). Werkgevers met 25 of meer werknemers worden vanaf dan niet meer gecompenseerd.

Het Belastingplan 2025 en alle bijbehorende stukken zijn hier te vinden

148 miljoen voor stimuleren innovatieve maakindustrie

 

Om de productie van hoogwaardige groene technologie (cleantech) door innovatieve maakbedrijven in Nederland te bevorderen, introduceert het kabinet de Investeringssubsidie Maakindustrie Klimaatneutrale Economie (IMKE). In totaal is 148 miljoen beschikbaar.

Met de nieuwe regeling wordt het opzetten van productielijnen voor elektrolyse-installaties, innovatieve zonnepanelen en batterijen gestimuleerd. De regeling is een initiatief van het Nationaal Groeifondsproject GroenvermogenNL. Het is de eerste regeling waarmee de overheid grootschalige productie in de hightech maakindustrie ondersteunt.

Het produceren van elektrolyse-installaties, die water omzetten in waterstof en zuurstof, is net als het produceren en recyclen van batterijen en het maken van zonnepanelen, belangrijk voor de verduurzaming van Nederland, aldus het kabinet.

Deze technologieën spelen een essentiële rol in de overgang naar een groene energievoorziening, verminderen de afhankelijkheid van fossiele energie en maken ons land minder afhankelijk van andere landen. Ook dragen ze direct bij aan de groei van nieuwe groene techbedrijven en een groene economie.

Financiering

De regeling wordt gefinancierd uit drie Nationaal Groeifonds-projecten: GroenvermogenNL (groene waterstof), SolarNL (zonnepanelen) en Material Independence and Circular Batteries (batterijen).

De IMKE-regeling biedt directe financiële ondersteuning voor investeringen in productielijnen voor elektrolysers, innovatieve zonnepanelen en batterijen. Bedrijven hoeven hierbij geen directe CO2-reductie aan te tonen. De vermindering van CO2 gebeurt immers niet direct, maar pas bij de klant die de technologie gebruikt, zoals in de chemie of bouw. Zo is het eenvoudiger voor bedrijven om voor de regeling in aanmerking te komen en te investeren in duurzame technologieën.

Bedrijven die voldoen aan de voorwaarden, kunnen vanaf 1 oktober 2024 tot en met 31 januari 2025 een aanvraag indienen (klik hier) bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

Subsidiepot voor emissieloze bedrijfsauto’s verdubbeld

 

Er is meer geld beschikbaar voor ondernemers die emissieloze bedrijfsauto’s willen aanschaffen. De subsidiepot van de Subsidieregeling Emissieloze Bedrijfsauto’s (SEBA) is verhoogd van dertig naar zestig miljoen euro.

Dat meldt de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). De laatste jaren kunnen ondernemers en non-profits de SEBA aanvragen om hun bedrijfsauto’s te verduurzamen. Maar 2024 is het laatste jaar dat de regeling openstaat voor aanvragen.
Er was daarom enorm veel interesse, waardoor het budget sneller opraakte dan verwacht. Daarom is het budget op 26 juli verdubbeld van € 30 miljoen naar € 60 miljoen.

Maximaal vijf mille per bedrijfsauto

De SEBA financiert tussen de zeven en twaalf procent van de aanschafprijs van een emissieloze bedrijfsauto. Het percentage verschilt afhankelijk van de grootte van de onderneming. Aanvragers krijgen maximaal € 5.000 per auto, als ze aan alle voorwaarden voldoen, aldus de RVO.

Op het moment is er nog ruim 26 miljoen euro beschikbaar voor nieuwe aanvragen. Dit bedrag wisselt van week tot week, omdat aanvragen worden aangepast, geannuleerd of afgewezen. De RVO verwacht dat er geld overblijft tot het loket sluit. Aanvragen heeft zin tot het laatste moment, benadrukt de dienst.

De SEBA-regeling (klik hier) is open voor aanvragen tot en met 31 december 2024.

Nederlandse arbeidsproductiviteit groeit steeds minder hard

 

De arbeidsproductiviteit in Nederland is in de afgelopen tien jaar minder sterk gegroeid dan in de decennia daarvoor. In de afgelopen vijftig jaar is de arbeidsproductiviteit wel meer dan verdubbeld, maar deze groei werd vooral behaald tussen 1974 en 2013. In de afgelopen tien jaar nam de arbeidsproductiviteit veel minder sterk toe en bleef Nederland achter bij het gemiddelde van de Europese Unie.

De arbeidsproductiviteit is de gemiddelde productie van een werknemer in een bepaalde periode. De groei van die productiviteit is van belang omdat het de welvaart van een land en de winsten van bedrijven vergroot. In de periode tussen 1974 en 2013 nam de productiviteit jaarlijks met gemiddeld 1,5 procent toe. In de afgelopen tien jaar bedroeg de groei nog slechts gemiddeld 0,4 procent per jaar, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in het kader van zijn 125-jarig jubileum.

Arbeidsproductiviteit

De arbeidsproductiviteit kan worden verhoogd door meer of beter gebruik te maken van machines, inzet van beter opgeleid of meer ervaren personeel of door innovatie. Binnen de dienstverlening is meestal sprake van een lagere productiviteitsgroei omdat het bij deze bedrijven lastiger is om technologie en innovatie in te zetten. Het aandeel van dienstverlenende sectoren binnen de Nederlandse economie is echter steeds groter geworden in de afgelopen vijftig jaar.

De afnemende groei van de arbeidsproductiviteit vond dan ook plaats in bijna alle bedrijfstakken. In de delfstoffenwinning sloeg de groei zelfs om in een krimp, door het afbouwen van de gaswinning in Groningen. Ook in de landbouw, de financiële dienstverlening en de industrie was sprake van een afnemende groei van de productiviteit. In de bouwnijverheid, zakelijke dienstverlening en culturele en recreatieve diensten was de groei vanaf 2014 juist hoger dan in de decennia daarvoor.

Aantal gewerkte uren

De economische groei van de afgelopen tien jaar werd volgens het CBS dan ook met name behaald door een toename van het aantal gewerkte uren in plaats van een hogere productiviteit per gewerkt uur. In de tien jaar voor 2014 groeide het aantal gewerkte uren nog veel minder sterk door de financiële crisis, waardoor de werkloosheid opliep. Vanaf 2014 neemt de groei van het aantal gewerkte uren weer toe en overstijgt deze de groei van de periode tussen 1984 en 2004.

Bron: ANP