Aandelen optierechten

 

Werkgevers bieden medewerkers soms aandelenopties als loon aan in plaats van een regulier salaris. Start-ups en scale-ups doen dit bijvoorbeeld omdat deze jonge ondernemingen nog niet genoeg geld hebben om een passend salaris te betalen. Het kabinet wil werknemers de keuze geven wanneer belasting wordt geheven over de aandelenopties.

Doel: voorkomen dat start-ups of hun werknemers in geldproblemen komen als aandelenopties als loon worden verstrekt

Start-ups hebben minder financiële mogelijkheden om talentvolle medewerkers aan te nemen dan andere bedrijven. Hierdoor kunnen zij lastiger concurreren met deze bedrijven.

Bij aandelenoptierechten krijgen werknemers het recht om in een vooraf bepaalde periode een vooraf bepaald aantal aandelen te kopen tegen een vooraf vastgestelde prijs (uitoefenprijs). Werknemers moeten over de aandelenopties wel belasting betalen; het is namelijk een vorm van loon.

Er wordt nu belasting geheven als de werknemer de opties omzet in aandelen. Daarna heeft de werknemer als aandeelhouder voordelen. Bijvoorbeeld dividenduitkeringen en inspraak tijdens de aandeelhoudersvergadering.

Het nadeel van dit heffingsmoment is dat werknemers (en de werkgever) direct belasting betalen terwijl ze de aandelen niet altijd al mogen verkopen of voldoende geld hebben om de belasting te betalen.

Voorstel kabinet: werknemers kiezen wanneer zij belasting betalen

De werknemer kan vanaf 1 januari 2022 kiezen wanneer belasting wordt geheven:

De werknemer betaalt belasting op het moment waarop de aandelen verhandelbaar zijn en er daardoor wel geld beschikbaar is:
De werknemer betaalt belasting op het moment dat de opties worden omgezet in aandelen (zoals het was).
Aandelen zijn bijvoorbeeld verhandelbaar op het moment dat het bedrijf een beursgang maakt. Of wanneer een mogelijke contractbeperking afloopt, die werknemer en werkgever hebben afgesproken. De aandelen mogen dan worden verkocht of van eigenaar wisselen. Hiervoor geldt geen termijn waarbinnen de werknemer dit moet doen. Behalve als een bedrijf een beursgang maakt of al beursgenoteerd is. Dan mag de belastingheffing over de aandelen maximaal 5 jaar worden uitgesteld.

Gebruikelijk loon bij start-ups voor de directeur-grootaandeelhouder (dga)

Het kabinet heeft de (tijdelijke) regeling voor gebruikelijk loon voor start-ups verlengd tot 1 januari 2023. Het gebruikelijk loon voor de directeur-grootaandeelhouders mag de eerste 3 jaar worden vastgesteld op het wettelijk minimumloon. Zo kunnen dga’s loonkosten besparen terwijl ze hun bedrijf opzetten. De regeling zou per 2022 komen te vervallen als uit onderzoek blijkt dat de regeling niet effectief is. Het onderzoek is nog niet afgerond, daarom wordt de regeling verlengd.

Bron: www.rijksoverheid.nl

Inkomensafhankelijke Combinatiekorting (IACK)

 

Het kabinet stelt voor vanaf 1 januari 2022 de maximale IACK met € 318 per jaar te verlagen. De overheid heeft namelijk eerder besloten dat ouders per 2 augustus 2022, 9 weken van het ouderschapsverlof doorbetaald krijgen. De kosten hiervoor worden deels gecompenseerd met deze verlaging.

Bron: www.rijksoverheid.nl

Eigenwoningregeling

De eigenwoningregeling wordt op 3 onderdelen aangepast per 1 januari 2022. De regeling wordt rechtvaardiger door onbedoelde beperkingen op hypotheekrenteaftrek weg te nemen. Bijvoorbeeld voor mensen die samen met een partner een woning kopen en daarvoor zelf ook al een koopwoning hadden. Of voor mensen die een koopwoning hebben met een partner die komt te overlijden.

Doel: onbedoelde beperkingen op hypotheekrenteaftrek wegnemen bij eigenwoningregeling

In de huidige regeling kunnen er in sommige partnersituaties op 3 onderdelen rente-aftrekbeperkingen voorkomen. Daardoor kunnen eigenaren soms minder hypotheekrente aftrekken. Dit is het geval bij:

  • de eigenwoningreserve (EWR)
  • de aflossingsstand
  • de eigenwoningschuld

Voorstel kabinet: eigenwoningregeling wijzigen om beperking op hypotheekrenteaftrek te voorkomen.

1.    Bijleenregeling (eigenwoningreserve)

Een EWR ontstaat als iemand zijn of haar woning verkoopt met overwaarde. Deze reserve beperkt de hoogte van het bedrag waarvoor een eigenaar een nieuwe hypotheek mag afsluiten, waarvan de hypotheekrente aftrekbaar is.

A: bij huwelijksgemeenschap
Nu delen partners die getrouwd zijn automatisch naar rato van de huwelijksgemeenschap elkaars EWR. Dit betekent dat iedere partner meestal de helft van de EWR van de andere partner krijgt. Ook als de EWR ontstond bij verkoop van een woning waarvan één van de partners voor het huwelijk eigenaar was. De partner die dus nooit eigenaar is geweest, krijgt ook een deel van de EWR.

Vanaf 1 januari 2022 geldt dat alleen nog bij een huwelijk in algehele gemeenschap van goederen de EWR wordt verdeeld.
In alle andere huwelijkssituaties wordt de partner die geen eigenaar was van de vorige woning, niet vanwege de EWR van de andere partner beperkt in het aftrekken van hypotheekrente voor een volgende woning.

B: bij overlijden
Nu krijgt de langstlevende partner de EWR van de overleden partner. Dit beperkt de langstlevende partner in het bedrag waarover hij of zij bij een nieuwe hypotheek rente kan aftrekken.

Vanaf 1 januari 2022 verandert dit. De EWR van de overledene gaat niet meer over op de andere fiscale partner. De langstlevende partner wordt niet langer beperkt door de EWR van de overleden partner bij het aftrekken van hypotheekrente.

C: bij aankoop woning door samenwoners of gehuwden
Nu: als één of beide partners een EWR heeft, beperkt dit de maximaal toegestane eigenwoningschuld (EWS) per partner voor de woning die ze gezamenlijk kopen. Dit kan betekenen dat als de partners gezamenlijk wel voldoende eigen geld hebben gebruikt voor aankoop van de woning, ze per partner toch niet alle rente over de nieuwe hypotheek in aftrek kunnen brengen. Ook als deze gezamenlijke schuld niet hoger is dan de maximale EWS van de partners samen.

Vanaf 1 januari 2022 geldt dat als partners waarbij geen sprake is van een huwelijk in algehele gemeenschap van goederen (zie onderdeel a) samen voldoende rekening houden met de EWR van een of beide partners, zij toch voor het volledige bedrag van de EWS renteaftrek krijgen. De partners hebben dan gezamenlijk voldoende eigen geld gebruikt voor aankoop van de woning en de gezamenlijke schuld is niet hoger dan de maximale EWS van de partners samen. Zie rekenvoorbeeld.

2.    Aflossingsstand

Bij het afsluiten van een hypotheek maken huiseigenaren afspraken met de bank. Bijvoorbeeld over de hoogte van het maandelijks af te lossen bedrag en de aflostermijn. Om renteaftrek te krijgen moet aflossen in maximaal 360 maanden (30 jaar). Bij verkoop van een woning waarbij de EWS nog niet volledig is afgelost, ontstaat een aflossingsstand; het restbedrag van de schuld en de nog resterende termijn waarbinnen deze schuld moet zijn afgelost. Met deze aflossingsstand moet rekening worden gehouden bij het afsluiten van een nieuwe hypotheek om in aanmerking te komen voor renteaftrek. Dit betekent dat dit deel van de hypotheek in een kortere tijd moet worden afgelost.

A: bij huwelijksgemeenschap
Nu delen partners die getrouwd zijn automatisch naar rato van de huwelijksgemeenschap elkaars aflossingsstand. Dit betekent dat iedere partner meestal de helft van de aflossingsstand van de andere partner krijgt. Ook als de aflossingsstand ontstond bij verkoop van een woning waarvan maar één van de partners eigenaar was voor het huwelijk. Dit betekent dat de partner die nooit eigenaar is geweest ook een deel van de aflossingsstand krijgt.

Vanaf 1 januari 2022 blijft de aflossingsstand bij de partner bij wie de aflossingsstand is ontstaan. De partner die nooit een eigen woning heeft gehad, heeft dan geen aflossingsstand en krijgt niet vanwege een aflossingsstand te maken met het in kortere tijd moeten aflossen van de EWS om hypotheekrente te mogen aftrekken.

B: bij overlijden
Nu krijgt de langstlevende partner de aflossingsstand van de overleden partner.
Vanaf 1 januari 2022 gaat de aflossingsstand van de overledene niet meer over op de andere fiscale partner, maar komt te vervallen. Zo krijgt de langstlevende partner niet vanwege deze aflossingsstand te maken met het in kortere tijd moeten aflossen van de EWS om hypotheekrente te mogen aftrekken.

C: bij aankoop woning door samenwoners of gehuwden  
Nu: als één of beide partners een aflossingsstand heeft, beperkt dit de maximale looptijd van de EWS voor de woning die ze gezamenlijk kopen. Dit kan betekenen dat als de partners gezamenlijk wel voldoende rekening hebben gehouden met de aflossingsstand, ze per partner toch niet alle rente over de nieuwe hypotheek in aftrek mogen brengen.

Vanaf 1 januari 2022 geldt dat als de partners samen voldoende rekening houden met de aflossingsstand van een of beide partners, zij toch voor het volledige bedrag van de EWS renteaftrek krijgen. Dit betekent dat de looptijd van de schuld niet langer is dan vanwege de aflossingsstand is toegestaan. Zie rekenvoorbeeld.

3.    De bestaande eigenwoningschuld (BEWS)

De eigenwoningschuld is het deel van de hypotheek waarover huiseigenaren rente mogen aftrekken. De bestaande eigenwoningschuld (BEWS) is een eigenwoningschuld van vóór 1 januari 2013. Voor 2013 hoefde een eigenwoningschuld niet te voldoen aan de aflossingseis om hypotheekrente te mogen aftrekken. Een BEWS hoeft ook na 2013 niet te voldoen aan de aflossingseis.

A: bij aankoop woning samenwoners of gehuwden
Nu sluiten partners soms gezamenlijk een hypotheek over, waarbij slechts één van de partners een BEWS heeft. De huidige regeling kan ertoe leiden dat een deel van de gezamenlijke hypotheek niet als EWS wordt gezien, omdat op een deel van die schuld niet wordt afgelost. Hierdoor mogen de partners voor dat deel van de schuld geen hypotheekrente aftrekken.

Vanaf 1 januari 2022 mogen partners de BEWS van één of beide partners naar rato van ieders aandeel in de nieuwe hypotheek inzetten. Nu de partner die geen BEWS had en daardoor nu wel een BEWS heeft, hoeft hij of zij over dat deel van de schuld ook niet te voldoen aan de aflossingseis. Hierdoor mogen zij hypotheekrente aftrekken over (een groter deel van) de gezamenlijke hypotheek.

B: bij overlijden
Nu moet de langstlevende partner de maximale BEWS-ruimte van de overleden partner benutten in de oversluitperiode voor een BEWS.

Vanaf 1 januari 2022 is dit niet langer verplicht. Zo kan de langstlevende partner kiezen wat het beste past bij zijn of haar financiële situatie. Het benutten van de BEWS-ruimte van de overledene kan gunstig zijn als de BEWS nog een lange looptijd heeft. Dan mag de langstlevende hypotheekrente aftrekken zonder te hoeven aflossen.

Bron: www.rijksoverheid.nl

Deblokkeren G-Rekening COVID-19

Voor ondernemers met een g-rekening is, naast het tijdelijk versoepelde beleid van uitstel van betaling van een aantal belastingen, een aanvullende maatregel getroffen.

Een g-rekening is een geblokkeerde bankrekening waarmee normaal gesproken alleen de loonheffing en de btw aan de Belastingdienst kunnen worden betaald. Het gaat hier bijvoorbeeld om ondernemers in de uitzendbranche, detachering en de bouw.

Naast de bestaande mogelijkheid voor het deblokkeren van overschotten, is het nu ook mogelijk om de g-rekening vrij te geven ter hoogte van het bedrag waarvoor bijzonder uitstel van betaling is verleend voor loonheffingen en/of btw. Hierdoor krijgen deze ondernemers dezelfde liquiditeitsvoordelen als ondernemers zonder g-rekening. Ook de uitwinning van de g-rekening blijft achterwege, zolang het verzoek om bijzonder uitstel van betaling in behandeling is of is toegewezen, tenzij de belangen van de Staat zich hiertegen verzetten.

Een instructie voor het aanvragen van de (aanvullende) deblokkering is op de website van de Belastingdienst geplaatst. De ondernemer moet eerst uitstel van betaling aanvragen voor de loonheffingen en/of btw. Daarna kan hij het verzoek om deblokkering indienen met het formulier “Verzoek deblokkering g-rekening”.

De Belastingdienst streeft ernaar binnen vier weken te beslissen op het verzoek. Bij een positieve beslissing geeft de Belastingdienst ook aan hoe het bedrag wordt uitbetaald. Door de oplopende behandeltijden kan de behandeling van het verzoek langer duren dan gebruikelijk.

Overigens kan de verruiming van de deblokkering worden beperkt in situaties van misbruik of oneigenlijk gebruik.

Het versoepelde beleid geldt tot in ieder geval 19 juni 2020.

Bron: brief staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst 2-4-2020, nr. 2020-0000066195 (V-N 2020/17.4); Besluit noodmaatregelen coronacrisis 6-5-2020, nr. 2020-9594, Stcrt. 2020, 26066; Belastingdienst

TERUG naar CORONACRISIS MKB Info

Ongewijzigd doorlopen vaste reiskostenvergoeding COVID-19

Voor reiskosten met een vast en gelijkmatig karakter bestaat de mogelijkheid een vaste onbelaste vergoeding met de werknemer af te spreken, bijvoorbeeld voor het woon-werktraject. Voor veel werknemers leiden de maatregelen rondom de coronacrisis tot een verandering van hun reispatroon. Daardoor moet een werkgever een afgesproken reiskostenvergoeding formeel aanpassen.

De staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst vindt dit ondoelmatig en ongewenst en heeft daarom het volgende goedgekeurd. De goedkeuring geldt vanaf 12 maart 2020.

Doorlopen vaste vergoeding

Een werkgever hoeft gedurende de coronacrisis voor een vaste reiskostenvergoeding geen gevolgen te verbinden aan een wijziging in het reispatroon van een werknemer.
De werkgever kan deze goedkeuring ook toepassen voor een vaste reiskostenvergoeding met nacalculatie. Dit betekent dat de werkgever voor deze periode mag blijven uitgaan van de aangenomen feiten waar de vergoeding op gebaseerd is.

Bron: brief staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst beleidsbesluit fiscale maatregelen coronavirus 14-4-2020, nr. 2020-0000071409; Besluit noodmaatregelen coronacrisis 6-5-2020, nr. 2020-9594, Stcrt. 2020, 26066; Belastingdienst

TERUG naar CORONACRISIS MKB Info

Versoepeling administratieve verplichtingen loonheffingen COVID-19

Werkgevers hebben rondom de loonheffingen bepaalde wettelijke administratieve verplichtingen. Door de coronacrisis kan het voorkomen dat een werkgever deze verplichtingen in redelijkheid niet, niet tijdig of niet geheel kan nakomen. Formeel betekent dit dat de Belastingdienst dan een wettelijke sanctie moet toepassen, zoals het anoniementarief.

De staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst vindt dit ongewenst en heeft daarom het volgende goedgekeurd. De goedkeuring geldt vanaf 12 maart 2020.

Versoepeling

De Belastingdienst mag een soepel standpunt innemen als een werkgever of werknemer gedurende de coronacrisis een wettelijke administratieve verplichting in redelijkheid niet, niet tijdig of niet volledig nakomt en dit voor zover mogelijk herstelt zodra dat kan.

Voorbeeld identificatieplicht nieuwe werknemer

Een werkgever moet voor de eerste werkdag van een werknemer of – als de werknemer op de eerste werkdag wordt aangenomen – op de eerste werkdag voor aanvang van de werkzaamheden de identiteit van de werknemer vaststellen aan de hand van het origineel van een toegelaten identiteitsbewijs en een kopie van het identiteitsbewijs in de loonadministratie opnemen. Het is door de coronacrisis niet altijd in redelijkheid mogelijk om de identiteit van de werknemer tijdig volgens de wettelijke regeling vast te stellen aan de hand van een origineel identiteitsbewijs. In een dergelijk geval kan de toepassing van het anoniementarief achterwege blijven als de werkgever de identiteit van de werknemer volgens de wettelijke regeling vaststelt zodra hij daar in redelijkheid toe in staat is.

Bron: brief staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst beleidsbesluit fiscale maatregelen coronavirus 14-4-2020, nr. 2020-0000071409; Besluit noodmaatregelen coronacrisis 6-5-2020, nr. 2020-9594, Stcrt. 2020, 26066; Belastingdienst

TERUG naar CORONACRISIS MKB Info

Bel

Schrijf in op onze nieuwsbrief

Klein Krediet Corona garantieregeling (KKC) COVID-19

Kleine ondernemer

De KKC is specifiek bedoeld voor kleine ondernemers met een omzet vanaf € 50.000 die voor de coronacrisis voldoende winstgevend waren en die zijn ingeschreven in het handelsregister sinds 1 januari 2019.

Lening met staatsgarantie

De KKC staat open voor kredietaanvragen van € 10.000 tot € 50.000. De overheid staat voor 95% garant voor de lening. Door dit hoge garantiepercentage kan een groot aantal ondernemers geholpen worden en kan het kredietbeoordelingsproces grotendeels geautomatiseerd plaatsvinden.

Kredietbeoordeling

Wel blijft een goede toetsing van kredietaanvragen van belang. Dit is traditioneel de expertise van financiers in de markt (bancair en non-bancair). Het gegeven dat financiers een bescheiden risico lopen zorgt ervoor dat zij een financiële prikkel hebben om een goede risicobeoordeling te doen. De risico’s voor de rijksbegroting worden daardoor zo goed mogelijk beperkt. Ook wordt bij de risicobeoordeling zoveel mogelijk gewaarborgd dat alleen kredieten verstrekt worden aan in de kern gezonde bedrijven met terugbetaalcapaciteit.

Het is ook in deze bijzondere situatie van belang dat banken ondernemers met gepaste zorgvuldigheid behandelen. De banken hebben onder meer aangegeven zich te houden aan de Gedragscode Kleinzakelijke kredietverlening.

Banken en andere geaccrediteerde financiers

De banken gaan de leningen met KKC-garantie aanbieden. Andere financiers die geaccrediteerd zijn voor de BMKB-C (zie hiervoor in dit deel van het Dossier Corona), mogen de regeling ook aanbieden. Overige financiers kunnen zich daarvoor bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) laten accrediteren.

Looptijd, rente en eenmalige premie

De maximale looptijd van de lening is vijf jaar. De rente die de financiers jaarlijks aan de ondernemers mogen doorrekenen is maximaal 4% van het uitstaande kredietbedrag. Daarnaast betalen ondernemers aan de staat een eenmalige premie van 2% als vergoeding.

Rijksbegroting

Het kabinet verwacht dat met deze KKC-faciliteit in totaal € 750 miljoen aan krediet kan worden verstrekt. Het heeft daarom € 713 miljoen als garantiebudget ter beschikking gesteld.

Staatssteun en inwerkingtreding

De Europese Commissie moet de regeling nog goedkeuren. De daadwerkelijke inwerkingtreding en de vormgeving van de regeling zijn afhankelijk van de goedkeuring van de Europese Commissie. Het streven is de KKC uiterlijk half mei 2020 in bedrijf te hebben.

In ieder geval Rabobank, ABN AMRO, ING, de Volksbank en Triodos hebben toegezegd leningen met KKC-garantie aan te bieden.

Bron: brief minister van EZK Klein Krediet Corona (KKC) garantieregeling 7-5-2020, nr. DGBI/20135074; nieuwsbericht Nederlandse Vereniging van Banken 7-5-2020

TERUG naar CORONACRISIS MKB Info

Bel

Schrijf in op onze nieuwsbrief

Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW) 2.0 COVID-19

De Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid bekend als de NOW regeling wordt verlengd met 4 maanden.

Belangrijkste (extra) wijzigingen

  • Verleging NOW tot 1 oktober 2020.
  • Betere tegemoetkoming voor seizoensbedrijven
  • Gebruik makende bedrijven mogen geen dividend of bonussen uitkeren over 2020
  • De opslag over de loonkosten gaat van 30% naar 40%
  • De korting vanwege bedrijfseconomisch ontslag blijft, maar gaat van 150% naar 100% vd loonsom
  • Vakbonden betrekken bij ontslag van meer dan 20 medewerkers, anders 5% korting op subsidie
  • Verplichting stimulans voor aan om- en bijscholing

Wie kan gebruik maken van de regeling

Alle werkgevers met een (verwacht) omzetverlies van ten minste 20% kunnen gebruik maken van de regeling, als zij aan de voorwaarden voldoen.

Tot wanneer

De NOW 2.0 is aan te vragen vanaf 6 juli en loopt over de maanden juni, juli, augustus en september. De NOW 1.0 is aan te vragen tot en met 5 juni.

BRON: rijksoverheid.nl

TERUG naar CORONACRISIS MKB Info

Bel

Schrijf in op onze nieuwsbrief

Tegemoetkoming Vaste Lasten MKB (TVL) COVID-19

MKB-ondernemers in onder meer de horeca, recreatie, evenementen, kermissen, podia en theaters krijgen – bovenop de tegemoetkoming loonkosten (NOW) – een tegemoetkoming van het ministerie van EZK om hun vaste materiële kosten te kunnen betalen. Bedrijven krijgen afhankelijk van de omvang van het bedrijf, de hoogte van de vaste kosten en de mate van omzetderving (minimaal 30 procent) een tegemoetkoming voor hun vaste lasten tot een maximum van € 50.000 voor de periode van 1 juni tot 1 oktober 2020. De getroffen sectoren uit de TOGS-regeling komen in aanmerking voor de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL).

Wat is de Tegemoetkoming Vaste Lasten mkb (TVL)

De Tegemoetkoming Vaste Lasten mkb (TVL) helpt mkb-bedrijven (met maximaal 250 werknemers) bij het betalen van een deel van hun vaste lasten.De tegemoetkoming is voor bedrijven die meer dan 30% van hun omzet hebben verloren door de coronacrisis. Aanvragen kan vanaf medio juni 2020 bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). De regeling geldt 4 maanden, van 1 juni tot 1 oktober 2020.

Voor wie is de Tegemoetkoming Vaste Lasten bedoeld

De regeling is specifiek gericht op mkb ondernemers die door de coronacrisis veel omzet verliezen en daardoor in de problemen komen met het betalen van hun vaste lasten. Ondernemers die voor de TOGS regeling in aanmerking kwamen, kunnen ook gebruik maken van de TVL. Deze sectoren staan op de lijst met vastgestelde SBI-codes. De horeca, recreatie, strandtenten, sportscholen, evenementen, kermissen, sauna’s, wellness centra, podia en theaters vallen hier ook onder.

Waaruit bestaat de Tegemoetkoming Vaste Lasten

Het gaat om vaste kosten die steeds doorlopen, zoals huur, pacht, onderhoud, verzekeringen, leasecontracten en abonnementen. Loonkosten horen hier niet bij. Die worden gecompenseerd door de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW).
De tegemoetkoming wordt gebaseerd op het totale omzetverlies. Van het omzetverlies wordt het percentage vaste lasten berekend. Van dat percentage vaste lasten wordt een deel gecompenseerd. De exacte berekening per sector wordt nog uitgewerkt.
Deze tegemoetkoming is voor 4 maanden, van 1 juni tot 1 oktober 2020. Aanvragen kan vanaf medio juni 2020 bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). De exacte datum wordt nog bekendgemaakt.
De regeling wordt de komende weken verder uitgewerkt.
Wanneer en waar kan ik de Tegemoetkoming Vaste Lasten aanvragen?
U kunt de tegemoetkoming vanaf medio juni 2020 aanvragen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). De exacte datum wordt nog bekendgemaakt. Houd hiervoor deze website en de www.rvo.nl/TVL in de gaten. De TVL geldt voor de periode van 1 juni tot 1 oktober 2020.

Voorwaarden voor de Tegemoetkoming Vaste Lasten

  • Het bedrijf heeft maximaal 250 werknemers. Dat is te zien aan de inschrijving in het KVK Handelsregister.
  • Het bedrijf heeft meer dan 30% omzet verloren door de coronacrisis.
  • De SBI-code van het bedrijf staat op deze lijst met vastgestelde SBI-codes.
  • Het bedrijf is voor 15 maart 2020 opgericht en is ingeschreven in het KVK Handelsregister.
  • Het bedrijf heeft een vestiging in Nederland.
  • Minimaal 1 vestiging van het bedrijf heeft een ander adres dan het privéadres van de eigenaar/eigenaren. Of de vestiging staat los van de privéwoning en heeft een eigen opgang of toegang. Een uitzondering hierop zijn horecaondernemingen met SBI-code 56.10.1, 56.10.2 en 56.30 en ambulante handel (waaronder markthandel, taxivervoer, auto- en motorrijscholen en kermisattracties).
  • Het bedrijf is niet failliet en heeft geen uitstel van betaling aangevraagd bij de rechtbank.
  • Het bedrijf is geen overheidsbedrijf.

De compensatie van de TVL is 4 maanden, van 1 juni tot 1 oktober 2020, en komt bovenop de bijdrage van de TOGS. De TOGS loopt van 15 maart tot en met 15 juni 2020 en is tot uiterlijk 26 juni 2020 aan te vragen.

Hoe kunt u TVL aanvragen

U kunt de Tegemoetkoming Vaste Lasten mkb (TVL) vanaf half juni 2020 aanvragen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). De precieze datum waarop u TVL kunt aanvragen wordt nog bekendgemaakt.

BRON: www.rijksoverheid.nl

TERUG naar CORONACRISIS MKB Info

Bel

Schrijf in op onze nieuwsbrief