Uitstel Wet excessief lenen bij eigen BV COVID-19

Het wetsvoorstel inzake excessief lenen bij de eigen bv, in de volksmond de dga-taks, wordt met een jaar uitgesteld tot 1 januari 2023. Volgens het wetsvoorstel moet een dga belasting betalen over schulden bij de eigen bv die groter zijn dan € 500.000, waarbij een schuld ten behoeve van de eigen woning niet meetelt. Het uitstel betekent dat dga’s een jaar extra tijd hebben, tot 31 december 2023, om schulden bij hun bv af te lossen die groter zijn dan € 500.000, om zodoende belastingheffing te voorkomen.

TERUG naar CORONACRISIS MKB Info

Schrijf in op onze nieuwsbrief

Verlies verrekenen via “CoronaReserve” COVID-19

Om bedrijven sneller een liquiditeitsvoordeel te verlenen, kan een ondernemer die belastingplichtig is voor de vennootschapsbelasting (vpb) gebruik maken van een zogenoemde fiscale coronareserve.

Coronagerelateerd verlies

De Vpb-belastingplichtige mag het verwachte coronagerelateerde verlies dat zich in het boekjaar 2020 voordoet van de winst in het boekjaar 2019 aftrekken. Fiscaal-technisch gaat dit door ten laste van de winst over 2019 een fiscale coronareserve te vormen.

Voorwaarden

Aan het gebruik van de fiscale coronareserve zijn de volgende voorwaarden verbonden:

In het boekjaar 2020 is sprake van een verwacht coronagerelateerd verlies. Coronagerelateerd verlies is verlies dat verband houdt met de gevolgen van de coronacrisis.
Het verwachte coronagerelateerde verlies kan niet groter zijn dan het totale verlies dat de belastingplichtige verwacht over het boekjaar 2020. Vorming van een coronareserve is dus niet mogelijk als de inschatting is dat over het boekjaar 2020 een positieve belastbare winst wordt genoten.
De dotatie aan de fiscale coronareserve in het boekjaar 2019 bedraagt maximaal de winst over het boekjaar 2019 die zou gelden zonder de vorming van deze reserve.
De fiscale coronareserve wordt uiterlijk in het boekjaar 2020 volledig in de winst opgenomen.
De dotatie aan de fiscale coronareserve wordt in de vpb-aangifte 2019 opgenomen in de rubriek overige fiscale reserves. De vrijval in het boekjaar 2020 wordt als onttrekking in deze rubriek opgenomen in de vpb-aangifte 2020.
Samenloop met andere vpb-bepalingen
Het kabinet wijst er nadrukkelijk op dat het vormen van een fiscale coronareserve gevolgen kan hebben voor de toepassing van andere regelingen in de vpb. Voor de eventuele samenloop met die andere regelingen worden geen flankerende maatregelen getroffen. Het is dus aan de ondernemer om bij het vormen van de fiscale coronareserve rekening te houden met deze mogelijke gevolgen.

Herziening (voorlopige) aanslag 2019

Via een verzoek tot herziening van de voorlopige aanslag vpb 2019 of het indienen van de vpb-aangifte 2019 kan (een deel van) de eerder verschuldigde vpb over het boekjaar 2019 worden verminderd. Is de vpb-aangifte 2019 al ingediend dan moet een aanvulling op die aangifte worden ingediend. Dat kan door opnieuw aangifte te doen.

Gebroken boekjaar

Belastingplichtigen die een gebroken boekjaar hanteren, kunnen in het laatste boekjaar dat eindigt in de periode van 1 januari 2019 tot en met 31 maart 2020 een fiscale coronareserve vormen. De reserve wordt in dat geval uiterlijk in het boekjaar na het boekjaar waarin de reserve is gevormd volledig in de winst opgenomen.

Verliesverrekening (carry back)

Volgens de huidige wetgeving mogen bedrijven die vpb-belastingplichtig zijn een verlies verrekenen met de winst van het voorafgaande jaar (carry back). Met de carry back kan een verlies over het jaar 2020 verrekend worden met winst die in het jaar 2019 behaald is. Daardoor kunnen bedrijven een deel van de vpb die zij over het jaar 2019 al betaald hebben of nog moeten betalen, op een later moment terugkrijgen.

Verliesverrekening kan dus zorgen voor een verbetering van de liquiditeitspositie van bedrijven. Echter, een dergelijke verrekening kan pas plaatsvinden bij het doen van de aangifte vpb 2020. Dat kan niet eerder dan begin 2021. Bovendien is vereist dat een definitieve aanslag vpb is opgelegd over 2019, die meestal nog niet zal zijn opgelegd.

Het kabinet vindt dat te lang duren en heeft daarom het gebruik van deze fiscale coronareserve goedgekeurd.

Bron: brief staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst aanvullende fiscale maatregelen in verband met covid-19 24-4-2020, nr. 020-0000080433; Besluit noodmaatregelen coronacrisis 6-5-2020, nr. 2020-9594, Stcrt. 2020, 26066

TERUG naar CORONACRISIS MKB Info

Schrijf in op onze nieuwsbrief

Vrije ruimte werkkostenregeling verhoogd COVID-19

Via de werkkostenregeling kunnen vergoedingen en verstrekkingen aan het personeel belastingvrij worden uitgekeerd. De werkkostenregeling kent een zogenaamde vrije ruimte van 1,7% van de loonsom tot € 400.000, en van 1,2% over het meerdere. Alleen als vergoedingen en verstrekkingen in een jaar boven deze vrije ruimte uitkomen, betaalt de werkgever 80% belasting via de eindheffing. Besloten is de vrije ruimte voor de eerste € 400.000 van de loonsom voor 2020 te verhogen naar 3%. Hierdoor kunnen werkgevers hun werknemers in deze moeilijke tijden een extra onbelaste beloning geven, zoals een cadeaubon of bonus, zonder dat de werkgever hierdoor eerder 80% eindheffing moet betalen. Door de verhoging kan een werkgever maximaal € 5.200 extra aan vergoedingen en verstrekkingen onderbrengen in de vrije ruimte.

TERUG naar CORONACRISIS MKB Info

Schrijf in op onze nieuwsbrief

Versoepeling urencriterium COVID-19

Ondernemers in de inkomstenbelasting hebben recht op tal van faciliteiten, zoals de zelfstandigenaftrek, waarvoor meestal vereist is dat minstens 1.225 uur per jaar in het bedrijf wordt gewerkt. Om te voorkomen dat ondernemers van wie het bedrijf door de coronacrisis stil ligt of op een laag pitje staat deze faciliteiten verliezen, gaat de fiscus er voor de periode 1 maart t/m 31 mei 2020 vanuit dat minimaal 24 uur per week in het bedrijf is gewerkt, ook als ze die uren niet daadwerkelijk hebben besteed.

Verlaagd urencriterium

Deze versoepeling geldt ook voor het verlaagde urencriterium van 800 uur op jaarbasis (gemiddeld ongeveer 16 uur per week) voor de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid. Deze ondernemers worden geacht ten minste 16 uur per week aan de onderneming te hebben besteed in de periode van 1 maart 2020 tot en met 31 mei 2020.

Seizoensbedrijven

Wanneer voor seizoensgebonden ondernemers de piek van de uren in de periode 1 maart 2020 tot en met 31 mei 2020 valt, dan geldt voor deze groep ondernemers een aanvullende regeling. Deze regeling houdt in dat de seizoensgebonden ondernemers voor de bepaling van het urencriterium voor het jaar 2020 uit mogen gaan van de uren die zij besteden in dezelfde periode van de oudere jaren.

TERUG naar CORONACRISIS MKB Info

Schrijf in op onze nieuwsbrief

Melding betalingsonmacht bedrijfstakpensioenfonds COVID-19

Melding betalingsonmacht bedrijfstakpensioenfonds
De afgelopen tijd hebben wij in onze berichtgeving veel aandacht besteed aan de melding betalingsonmacht voor belastingen en premies. Bestuurders van rechtspersonen, die zijn onderworpen aan de vennootschapsbelasting, kunnen ook aansprakelijk worden gesteld voor het niet betalen van de bijdragen voor deelname in een bedrijfstakpensioenfonds. Om dat te voorkomen, moet de zogenoemde betalingsonmacht op tijd aan het bedrijfstakpensioenfonds worden gemeld.

Let op: een verzoek om bijzonder uitstel van betaling van belastingen geldt niet als een melding betalingsonmacht voor de heffingen bedrijfspensioenfonds en premies.

Neem voor informatie over eventuele tegemoetkomingen met betrekking tot de coronacrisis contact op met het bedrijfstakpensioenfonds waarbij je klant is aangesloten.

TERUG naar CORONACRISIS MKB Info

 

Schrijf in op onze nieuwsbrief

Motie tijdelijke verruiming verliesverrekening VPB2020 COVID-19

De Tweede Kamer heeft 16 april 2020 twee moties aangenomen over een onderzoek naar een tijdelijke verruiming verliesverrekening Vpb.

De eerste motie verzoekt de regering, te onderzoeken of en, zo ja, hoe het mogelijk is om toe te staan dat al in 2020, op basis van een geschatte winst- en verliesrekening, aangifte gedaan kan worden en direct het geschatte verlies verrekend kan worden met de winst van 2019.

De tweede motie verzoekt de regering, te onderzoeken of een verruiming van de huidige verliesverrekening kan bijdragen aan het verbeteren van de liquiditeitspositie van het Nederlandse bedrijfsleven.

TERUG naar CORONACRISIS MKB Info

Schrijf in op onze nieuwsbrief

Tijdelijke maatregelen algemene vergadering en opstellen jaarrekening COVID-19

Tijdelijke maatregelen algemene vergadering en opstellen jaarrekening
Het Ministerie van Justitie en Veiligheid heeft in verband met het coronavirus enkele tijdelijke voorzieningen getroffen voor rechtspersonen en verenigingen van eigenaars (vve’s).

Algemene vergadering

In verband met het coronavirus is het niet altijd mogelijk om een algemene vergadering fysiek te houden. De maatregelen bieden de mogelijkheid om de vergadering via de elektronische weg te houden, ook als de statuten van de rechtspersoon of de vve dit niet toestaan. Daarnaast kan de termijn voor het houden van de vergadering worden verlengd.

Opstellen jaarrekening

De termijn voor het opstellen van de jaarrekening kan worden verlengd. Het niet op tijd kunnen deponeren van de jaarrekening in verband met het coronavirus heeft geen gevolgen voor de civiele bestuurdersaansprakelijkheid in verband met faillissement. Het is nog niet duidelijk in hoeverre dit standpunt ook voor de fiscale bestuurdersaansprakelijkheid zal worden gevolgd.

Meer informatie

Het is nog niet bekend wanneer deze voorzieningen in werking treden. Zodra hier meer bekend over is, zullen we je informeren.

Meer informatie kun je vinden op de website van de Rijksoverheid.

TERUG naar CORONACRISIS MKB Info

Schrijf in op onze nieuwsbrief

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) verruimd COVID-19

De subsidiemodules Garantie ondernemingsfinanciering en Garantstelling gericht op bankgaranties (hierna samen aangeduid als de GO) beoogt de toegang tot bankkrediet voor het Nederlandse bedrijfsleven te verbeteren. Op grond van de GO kunnen banken een garantstelling van de Nederlandse staat verkrijgen voor kredieten die zij verstrekken aan ondernemers. De GO geldt zowel voor MKB-bedrijven als niet MKB-bedrijven. Ook bevat de GO een faciliteit voor bankgaranties die ervoor zorgt dat de Nederlandse Staat garant kan staan voor door banken af te geven garanties voor de nakoming van contractuele verplichtingen van de desbetreffende onderneming.

Voor de garantstelling wordt een kostendekkende premie geheven.

Vanwege de effecten van de coronacrisis wordt de GO aangepast. Door de coronacrisis worden ondernemingen uit diverse sectoren getroffen, doordat bijvoorbeeld goederen niet uitgeleverd kunnen worden of productielijnen stilvallen door een gebrek aan onderdelen. Hierdoor kunnen liquiditeitsproblemen ontstaan, bij in principe economisch gezonde ondernemingen. Mogelijk zal een financier zelfstandig aan de tijdelijke extra financieringsvraag van zo’n onderneming kunnen en willen voldoen. Er wordt gekeken naar diverse maatregelen die dit kunnen stimuleren, waaronder de verruiming van de GO.

Allereerst wordt de hoogte van de lening waarvoor garant wordt gestaan, verhoogd van € 50 miljoen naar € 150 miljoen. Omdat leningen voor de helft gegarandeerd worden, wordt hiermee het maximale garantiebedrag van de GO verhoogd van € 25 miljoen naar € 75 miljoen.

Ook wordt het subsidieplafond verhoogd waardoor kan worden tegemoetgekomen worden aan de toenemende vraag van (potentiële) gebruikers van de GO. De verruiming van de GO geldt vanaf 28 maart 2020.

GO-C regeling

Om het aantrekkelijker te maken voor banken om financiering aan te bieden via de GO-regeling, wordt de garantie vanuit de overheid via deze GO-C verhoogd van 50% naar 80% (voor grootbedrijf met omzet vanaf 50 miljoen euro), respectievelijk 90% (voor mkb-ondernemingen met omzet tot 50 miljoen euro). Die staatsgarantie verkleint het risico voor banken op te verstrekken bedrijfsfinanciering en vergroot hun mogelijkheden om geld uit te lenen. Let op: GO-C leningen hebben een maximale looptijd van drie jaar in plaats van acht jaar bij de ‘gewone’ GO-regeling met een staatsgarantie van 50%.

Bron: brief kabinet noodpakket economie en banen 17-3-2020, nr. CE-AEP/20077147; Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO); Stcrt. 2019, 18697

TERUG naar CORONACRISIS MKB Info

 

Schrijf in op onze nieuwsbrief

Verlaging gebruikelijk loon DGA bij omzetdaling COVID-19

Als de coronacrisis grote gevolgen heeft voor de omzet en liquiditeit van een bv, mogen de bv en aanmerkelijk belanghouder gedurende 2020 tijdelijk een lager maandloon afspreken. Aan het einde van het jaar stelt de bv het gebruikelijk jaarloon voor 2020 vast en vermeldt dit in de aangifte loonheffingen.
Dat meldt de Belastingdienst. Voor een aanmerkelijk belanghouder (ab-houder) mag het gebruikelijk loon voor 2020 dus achteraf worden bepaald. Dan is duidelijker wat de impact is van de coronacrisis op de bv. De ab-houder heeft dan meer inzicht in het bepalen van de hoogte van het gebruikelijk jaarloon.

Niet met terugwerkende kracht verlagen

Loon dat de ab-houder al genoten heeft over verstreken perioden in 2020, kan niet teruggedraaid worden. De bv en ab-houder kunnen alleen over toekomstige maanden in 2020 het loon verlagen.

Verlaging in aangiften loonheffingen

Bij verlaging van het maandloon wordt in de aangiften loonheffingen het loon vermeld dat de ab-houder heeft genoten, inclusief het eventuele loon in natura (bijvoorbeeld privégebruik auto). Uiterlijk aan het einde van het kalenderjaar of op het moment waarop de dienstbetrekking eindigt, wordt bepaald wat het gebruikelijk loon voor het jaar 2020 is. Als de bv te weinig loon heeft betaald, moet de bv het verschil als loon aangeven en daarover loonheffingen berekenen.

Verzoek om vooroverleg hoeft niet

De bv en ab-houder mogen een tijdelijk lager loon overeenkomen. Daar is geen verzoek om instemming van of vooroverleg met de Belastingdienst voor nodig. Er is dus geen verzoek om vooroverleg nodig.

Verlaging in verhouding tot de omzet

Het gebruikelijk loon mag naar rato in verhouding tot de omzetdaling worden verlaagd. Wanneer de omzet van de BV over het jaar 2020 25% lager is dan de omzet over het 2019, dan mag het gebruikelijk loon 2020 maximaal 25% lager zijn dan het gebruikelijk loon van het jaar 2019. De vormgeving van deze maatregel en de voorwaarden zullen vergelijkbaar zijn met eenzelfde regeling en voorwaarden die tijdens de kredietcrisis in 2009 zijn getroffen. Het is nog onduidelijk of het verbod van het laten stijgen van de RC-schuld of het uitkeren van dividend ook in deze maatregel wordt opgenomen.

TERUG naar CORONACRISIS MKB Info

Schrijf in op onze nieuwsbrief

Betalingsregeling pensioenpremies COVID-19

Pensioenuitvoerders bieden coulance bij betaling pensioenpremies

Werkgevers die door de coronacrisis zijn getroffen kunnen zich melden voor een mogelijke betalingsregeling bij pensioenuitvoerders. Ook is het maken van afspraken over een soepeler betalingstermijn bespreekbaar, binnen de wettelijke mogelijkheden. Daarnaast kan het invorderingsbeleid bij het innen van de premies worden versoepeld, bijvoorbeeld door geen incassobureaus in te schakelen of administratieve boetes op te leggen.

Dat hebben de Stichting van de Arbeid, de Pensioenfederatie en het Verbond van Verzekeraars afgesproken. Aangegeven wordt dat de problemen per werkgever en sector verschillen. Er wordt daarom maatwerk geboden, maar de ruimte voor dat maatwerk is op dit moment nog beperkt, door wettelijke voorschriften.

Bron: gezamenlijk persbericht Stichting van de Arbeid, Pensioenfederatie en Verbond van Verzekeraars 21-3-2020

TERUG naar CORONACRISIS MKB Info

Schrijf in op onze nieuwsbrief