Ruim 155.000 mensen betaalden Belastingdienst te veel rente

 

Door een fout in een rekenprogramma hebben 155.500 mensen gezamenlijk bijna € 30 miljoen te veel invorderingsrente betaald. De rekenfout zat tussen 2013 en 2021 in de software van de Belastingdienst. Dit schrijft RTL nieuws.

De fout kwam in 2021 aan het licht toen een belastingplichtige bezwaar maakte dat de invorderingsrente niet klopte. “Bij behandeling van het bezwaar bleek dat de invorderingsrente niet correct berekend werd en dat dit voortvloeide uit een verkeerde berekening in het systeem”, schrijft de Belastingdienst daarover aan RTL Nieuws. De gedupeerden krijgen het te veel betaalde bedrag terug plus de wettelijke rente daarover.

De fout ontstond door een wetswijziging in 2013. “De te corrigeren rente is door een menselijke fout niet goed in het automatiseringssysteem ingeregeld”, aldus de Belastingdienst. “Hierdoor vond geen herrekening plaats van in het verleden berekende invorderingsrente.”

Pas drie jaar na het ontdekken van de fout kon de Belastingdienst de 283.250 foutieve aanslagen corrigeren van burgers en bedrijven. Het is de bedoeling dat iedereen vóór het eind van dit jaar geld terugkrijgt. Het laagst uitgekeerde schadebedrag is € 18 en het hoogste zo’n € 200.000. Het totale compensatiebedrag bedraagt bijna € 30 miljoen.

Bron: RTL Nieuws, 19 december 2024

 

Brief Belastingdienst rechtsherstel box 3

 

Vanaf 15 oktober 2024 heeft de Belastingdienst brieven verstuurd aan mensen die in aanmerking komen voor het aanvullend rechtsherstel in box 3. Indien je deze brief hebt gekregen of nog krijgt zouden wij je graag vragen deze brief naar ons te mailen of langs te brengen. Via de e-mail mag dit naar info@b360.nl

‘In privé gekocht’ vastgoed kan toch in btw-sfeer vallen

 

Stelt een btw-ondernemer vastgoed in privé te hebben gekocht, maar doet hij met betrekking tot dit vastgoed meer dan normaal vermogensbeheer? Dan is het vastgoed toch ondernemingsvermogen voor de omzetbelasting.

De Rechtbank Noord-Holland heeft op 8 mei 2024 geoordeeld dat de eiser bij de levering van twee bouwkavels heeft gehandeld als ondernemer voor de omzetbelasting. Een man is sinds 2003 geregistreerd als ondernemer voor de verhuur van onroerend goed. In 2007 heeft de man een landgoed gekocht. Na het uitvoeren van verbouwingen en restauraties heeft de man arbeiderswoningen gesloopt en vier bouwkavels gerealiseerd. In 2019 levert hij de eerste twee kavels en voldoet hij de omzetbelasting. De man meent echter dat de voldoening van de omzetbelasting onterecht is. Hij stelt dat hij de transacties en handelingen met betrekking tot het landgoed als privépersoon heeft gehandeld. Volgens de man heeft hij enkel zijn eigendomsrecht uitgeoefend. De verkoop van het bewerkte landgoed was een incidentele handeling. Daarnaast stelt de man geen voorbelasting te hebben afgetrokken.

Meer dan normaal vermogensbeheer

De Belastingdienst ziet de man echter als ondernemer, gezien de actieve stappen die hij ondernam. Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat ondernemerschap voor de omzetbelasting inhoudt dat men zelfstandig een bedrijf uitoefent of een vermogensbestanddeel exploiteert met het oog op duurzame opbrengst. De activiteiten van de man, waaronder het slopen van woningen, het verbeteren van de toegangsweg en het mogelijk maken van woningbouw, gingen verder dan normaal beheer van privévermogen. De man heeft dus gehandeld als ondernemer voor de omzetbelasting. Dat hij geen voorbelasting heeft afgetrokken, is niet bepalend voor het ondernemerschap bij de levering van de kavels.

Wet: art. 15, eerste lid, onderdeel a WBRV en art. 7, tweede lid en 11, eerste lid, onderdeel a Wet OB 1968
Bron: rechtbank Noord-Holland 8 mei 2024 (gepubliceerd 30 september 2024), ECLI:NL:RBNHO:2024:8999, AWB 21/6251

Prinsjesdag: Burgers

 

Belangrijke punten Prinsjesdag/Belastingplan 2025 voor burgers.

Verbeteringen belastingstelsel

Het verbeteren van het belastingstelsel gaat continu door, ook met dit Belastingplan. Het kabinet neemt een aantal maatregelen omdat uit evaluaties blijkt dat bepaalde regelingen niet meer doen waarvoor ze bedoeld zijn of het geen efficiënte manier is om het doel te bereiken. Vanaf 2025 zijn ingewikkelde berekeningen niet meer nodig bij de aftrek van extra vervoerskosten door ziekte of invaliditeit in de aangifte. Voor het bezoeken van een arts, ziekenhuis of apotheek is een vast bedrag van € 0,23 per kilometer aftrekbaar. Mensen die door een ernstige ziekte of handicap extra vervoerskosten hebben, mogen daarnaast een vast bedrag van € 925 aftrekken. Bonnen bewaren van bijvoorbeeld brandstof, verzekering, of aanpassingen aan de auto is niet meer nodig. Reiskosten gemaakt met de taxi of het openbaar vervoer blijven aftrekbaar tegen werkelijk gemaakte kosten.

Overdrachtsbelasting

Om de woningmarkt een impuls te geven, wordt het algemeen tarief van de overdrachtsbelasting voor woningen die geen hoofdverblijf zijn verlaagd van 10,4% naar 8% per 2026.

Overheidsfinanciën

Box 3

Dit kabinet heeft naast maatregelen in het Belastingplan ook een besluit genomen over wie er in aanmerking komt voor aanvullend rechtsherstel voor box 3 naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad van 6 juni dit jaar. Het kabinet heeft gekozen voor een ruime doelgroep. Hierdoor kunnen alle belastingplichtigen met een aanslag die na het Kerstarrest van 24 december 2021 is of wordt opgelegd het formulier opgaaf werkelijk rendement invullen, als hun werkelijk rendement lager was dan het veronderstelde forfaitaire rendement. Voor belastingplichtigen met aanslagen uit de jaren 2019 en 2020 geldt dat zij voor het verstrijken van de vijfjaarstermijn een verzoek tot ambtshalve vermindering moeten indienen. Belastingplichtigen met aanslagen uit het jaar 2019 hebben hier tot het einde van dit jaar de tijd voor, belastingplichtigen met aanslagen uit het jaar 2020 hebben nog tot het einde van 2025 de tijd. Voor belastingplichtigen met aanslagen uit de jaren 2017 en 2018 geldt dat zij al een verzoek tot ambtshalve vermindering moeten hebben ingediend om gebruik te kunnen maken van het formulier.

De Hoge Raad heeft aangegeven dat voor het bepalen van het werkelijke rendement het gehele vermogen van de belastingplichtige in box 3 moet worden meegenomen, zowel het directe als indirecte rendement en zonder aftrek van het heffingvrije vermogen. Het kabinet volgt deze definitie van werkelijk rendement.

WW op de schop en korter (naar 18 maanden)

  • In het hoofdlijnenakkoord is een bezuiniging op de WW afgesproken.  Daarvoor worden verschillende opties onderzocht, zoals het verlengen van de opzegtermijn bij arbeidsovereenkomsten in combinatie met een poortwachterstoets WW bij het UWV. Ook staat een verkorting van de WW-duur tot 18 maanden op de rol. De bedoeling is dat het eenvoudiger wordt voor de WW-gerechtigde, de werkgever en de uitvoeringsorganisaties.
  • WW-gerechtigden hebben een sollicitatieplicht. Die wordt momenteel onderzocht, waarbij wordt gekeken naar de effectiviteit van diverse varianten van deze inspanningsplicht. De eerste tussentijdse resultaten van het onderzoek worden pas medio 2027 verwacht.

Pensioenen en transitie naar nieuw stelsel

  • Met ingang van 2025 is de AOW-leeftijd vastgesteld via een 2/3e-koppeling aan de levensverwachting. De AOW-leeftijd wordt altijd vijf jaar van tevoren vastgesteld op basis van de wettelijk vastgestelde formule. In 2025 is de AOW-gerechtigde leeftijd 67 jaar en 0 maanden, net als in 2024. Tussen 2025 en 2027 stijgt de AOW-leeftijd niet, maar in 2028 stijgt de AOW-leeftijd met 3 maanden naar 67 jaar en 3 maanden.
  • Eén van de meest actuele maatregelen uit het pensioenakkoord betreft een tijdelijke subsidieregeling zodat werknemers in zware beroepen eerder met pensioen kunnen. Deze RVU-regeling loopt eind 2025 af; de minister heeft nu budget gereserveerd om deze regeling te verlengen en zal daarover in overleg gaan met de sociale partners.

Koopkrachtmaatregelen

  • Gemiddeld gaat iedereen er met 0,7% op vooruit in 2025. Het kabinet ondersteunt kwetsbare groepen en werkende middeninkomens met een pakket dat onder meer belastingverlagingen en verhogingen van toeslagen bevat, en verlaagt het eigen risico in de zorg. De eerste schijf inkomstenbelasting die geldt bij een inkomen tot € 38.441 per jaar wordt verlaagd naar 35,82%. Er komt daarnaast een tweede schijf van 37,48% die geldt bij een inkomen tussen de € 38.441 en € 76.817 per jaar. Werkenden en AOW’ers houden hierdoor netto meer over in 2025.
  • De algemene heffingskorting (AHK) wordt verlaagd met € 335 per jaar. Daarnaast wordt het afbouwpunt verhoogd naar minimumloonniveau.
  • Het kindgebonden budget (WKB) stijgt met maximaal € 184 per kind per jaar.
  • Vanaf 2026 wordt de huurtoeslag vereenvoudigd en verhoogd. De eerste stappen voor vereenvoudiging worden gezet in 2025, waardoor een deel van de huishoudens met huurtoeslag een hogere toeslag ontvangt.
  • De koopkracht profiteert ook door het verlagen van de energiebelasting op aardgas. Iedereen betaalt hierdoor € 29 minder belasting in 2025.Het Belastingplan 2025 en alle bijbehorende stukken zijn hier te vinden

Box 3-gedupeerden moeten nog zeker een jaar geduld hebben

 

Gedupeerde box 3-belastingplichtigen moeten nog zeker tot medio 2025 wachten voor ze mogen aantonen dat ze te veel vermogensbelasting hebben betaald. De Belastingdienst heeft die tijd nodig om een hersteloperatie voor te bereiden.

Dat meldt staatssecretaris Idsinga (Fiscaliteit en Belastingdienst) in een recente brief aan de Tweede Kamer. In een nieuwsbericht van de Rijksoverheid wordt duiding gegeven aan de uitspraak van de Hoge Raad hierover. In juni jl. oordeelde die dat belastingplichtigen met een lager werkelijk rendement dan het veronderstelde rendement op hun box 3-vermogen, de kans moeten krijgen om dat aan te tonen. Als het werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement, moet de belastingaanslag verminderd worden.

Inmiddels is voor bepaalde onderdelen van de uitspraak duidelijk wat dit betekent, maar voor bepaalde onderdelen is verdere uitwerking nodig, aldus de staatssecretaris.

Oordeel Hoge Raad

De Hoge Raad oordeelde dat het werkelijk rendement van het gehele box 3-vermogen, inclusief banktegoeden en spaargeld, relevant is. Het gaat hier om zowel het directe rendement, zoals rente, huur en dividend als het indirecte rendement, zoals (on)gerealiseerde waardestijgingen en waardedalingen van het vermogen en ontwikkeling van de WOZ-waarde van woningen.

Het werkelijke rendement wordt jaarlijks bepaald en er is geen verliesverrekening vanuit andere jaren mogelijk. Het werkelijke rendement van vermogen dat onder het heffingvrije vermogen valt, telt ook mee. Dit geldt ook voor het werkelijke rendement van bezittingen en schulden dat pas na de peildatum van 1 januari tot het box 3-vermogen behoort. Kosten, met uitzondering van rente op schulden, zijn volgens de Hoge Raad niet aftrekbaar.

De Hoge Raad heeft daarnaast ook geoordeeld dat geen belastingrente hoeft te worden vergoed bij de vermindering van de aanslag bij bezwaar, beroep of ambtshalve vermindering.

Planning herstel

De Hoge Raad oordeelde verder dat het aan belastingplichtigen zelf is om aan te tonen dat hun werkelijke rendement per jaar lager is dan het forfaitaire rendement. Belastingplichtigen moeten zelf de benodigde gegevens opzoeken en invullen.

Belastingplichtigen die mogelijk in aanmerking komen voor rechtsherstel krijgen vanaf half oktober 2024 een informatiebrief van de Belastingdienst. Hierin krijgen zij uitleg over de vervolgstappen: wat kunnen ze wanneer verwachten en doen.

Om belastingplichtigen te helpen, werkt de Belastingdienst aan een online formulier waarmee zij deze gegevens kunnen aanleveren (Opgaaf Werkelijk Rendement; OWR). Dat kost nog de nodige tijd en ICT-capaciteit, aldus de dienst. Volgens de huidige planning komt het formulier in de zomer van 2025 beschikbaar. Belastingplichtigen ontvangen dan een vervolgbrief.

Nog uitwerken

Hoewel de Hoge Raad in haar uitspraak veel handvatten geeft om het rendement te berekenen, moet een aantal zaken nog verder uitgewerkt worden, meent de staatssecretaris. Bijvoorbeeld in hoeverre het eigen gebruik van onroerende zaken tot het werkelijke rendement moet worden gerekend en hoe de waardeontwikkeling moet worden bepaald, als een woning gedurende het jaar wordt verkocht.

Deze punten worden verwerkt in het genoemde OWR-formulier. Ook wordt nog in kaart gebracht welke belastingplichtigen in aanmerking komen voor rechtsherstel.

Bron: Rijksoverheid

Wijzigingen en tips particulieren 2024

Overdrachtsbelasting
Benut verruiming startersvrijstelling

Huizenkopers tussen 18 en 35 jaar die een woning kopen om zelf in te wonen, kunnen eenmalig gebruik maken van de startersvrijstelling in de overdrachtsbelasting. Bij de aankoop van een woning met een waarde van maximaal 440.000 euro is dan geen overdrachtsbelasting verschuldigd. Dit maximumbedrag gaat per 1 januari 2024 omhoog naar 510.000 euro. Het kan daarom voordelig zijn om de aankoop van een woning met een waarde tussen de 440.000 euro en 510.000 euro uit te stellen naar 2024

Pas middeling voor het laatst toe voor tijdvak 2022-2024

1 januari 2023 is de middelingsregeling vervallen. Dat betekent:

De laatste periode waarover je kan middelen is 2022, 2023 en 2024.
Als je kiest voor 2022 als laatste jaar voor middeling (2020, 2021 en 2022), dan kan je voor 2023 en 2024 geen middeling meer aanvragen.
Wil je de mogelijkheid behouden om over 2023 en 2024 middeling aan te vragen, dan kan dat alleen in combinatie met 2022. Houd daarmee rekening bij je keuze.

Per 2024 verval van belastingvrij schenken voor een eigen woning

Vanaf 1 januari 2024 treden er belangrijke veranderingen op in de regels voor schenkingen voor een eigen woning. Tot 2024 kunnen derden, zoals ooms en tantes, nog belastingvrij tot € 28.000 schenken aan dierbaren die een huis willen kopen. Na 2024 geldt voor kinderen een schenkingsvrijstelling van € 6.633 per kind per jaar. Voor kleinkinderen van derden is deze vrijstelling € 2.658 per jaar. Tot zover bekend kunnen na 1 januari 2024 alleen de ouders van kinderen van 18 t/m 39 jaar eenmalig een bedrag van € 31.813 schenken.

Wil je nog schenken tegen de huidige regels die tot 2024 gelden? Je schenking regelen kan nog vóór 2024

Toeslagen? Let op de inkomenstoets!

Voor je recht op toeslagen is je inkomen van belang. Jaarlijks veranderen de grenzen en wellicht geldt dat ook voor je inkomen. Check daarom voor welke toeslagen je in aanmerking komt. Let ook op je box 3-vermogen en check tijdig hoeveel dit is. Zit dat net boven het voor de betreffende toeslag relevantie maximum? Neem dan maatregelen. De bedragen van de vermogenstoets staan rond 1 december a.s. online op www.toeslagen.nl.

Voldoe aan je aflossingsplicht

Heb je een eigenwoninglening met fiscaal verplichte aflossing? Zorg er dan voor dat je alle over 2023 verschuldigde aflossingstermijnen hebt voldaan. Zo houd je je recht op renteaftrek.

Besteed je jubelton op tijd

Heb je in 2021 een schenking gekregen en toen een beroep gedaan op de hoge vrijstelling voor de eigen woning(jubelton)? Je moet het bedrag dat je in 2o21, 2022 en 2023 ontving met een beroep op deze vrijstelling, afgezien van het vrij besteedbare deel, vóór 1 januari 2024 besteden aan de eigen woning (aanschaf, verbouwing, aflossing).

Lijfrentepremie

Je mag alleen premies en stortingen aftrekken in het jaar waarin je deze hebt betaald. De opgebouwde reserveringsruimte is in 2023 maximaal 17% van je premiegrondslag in 2023.

Bereid je voor: Energielabels voor recreatiewoningen verplicht vanaf 2024

Per 1 januari 2024 wordt het verplicht om een geldig energielabel aan te bieden voor verkoop of verhuur van recreatiewoningen in Nederland. Het energielabel moet bepaald worden volgens de berekeningsmethode NTA 8800 en bepaalt hoeveel fossiele energie de woning gebruikt. Het energielabel blijft 10 jaar geldig en de bepaling ervan gebeurt door een energieprestatie-adviseur (EP-adviseur).

Er zijn uitzonderingen voor beschermde monumenten, vrijstaande gebouwen en woningen met een gebruiksoppervlakte tot 50 m2, gebouwen die niet langer dan 2 jaar in gebruik zijn, woningen die in totaal minder dan 4 maanden per jaar in gebruik zijn en gebouwen die geen energie gebruiken om het klimaat binnen te regelen.

De Inspectie Leefomgeving en Transport zal vanaf 1 januari 2024 controleren of recreatiewoningen een verplicht energielabel hebben. Bij ontbreken van een verplicht energielabel, kan er een boete volgen.

De Belastingdienst raadt aan voorlopige aanslagen 2023 pas te betalen na de dagtekening in 2023 om te voorkomen dat de Belastingdienst de bedragen terugstort.

 

Bij betalingen vóór de dagtekening kan het zijn dat de systemen van de Belastingdienst de betalingen niet kunnen verwerken.

 

 

De uiterste betaaldatum is afhankelijk van de betaalwijze. In de betaalinformatie staat de juiste uiterste datum waarop het totale aanslagbedrag op de rekening van de Belastingdienst moet staan. Bij gebruik van termijnbetalingen, gelden de in de betaalinformatie vermelde uiterste betaaldata.

Bron: Forum Fiscaal Dienstverleners, 12 december 2022

Tarieven vennootschapsbelasting 2022

Het lage tarief van de vennootschapsbelasting is verlaagd van 16,5% naar 15% in 2021. Meer MKB-bedrijven gaan in de komende jaren dit lagere tarief betalen. Vanaf 2021 geldt het lage tarief voor winsten tot € 245.000. In 2022 zal deze grens verder verhoogd worden naar € 395.000.

De verlaging van het hoge tarief van de vennootschapsbelasting gaat niet door, waardoor dit tarief vanaf 2021 op 25% blijft staan.

Bron: www.rijksoverheid.nl

 

Wilt u meer informatie, bel vrijblijvend voor een afspraak met een bakje koffie. Bel

BPM Auto’s

De CO2-uitstoot van de personenauto bepaalt de te betalen Belasting op Personenauto’s en Motorrijwielen (bpm). Auto’s die meer CO2 uitstoten, moeten meer bpm betalen. Nieuwe auto’s worden gelukkig steeds milieuvriendelijker door technologische ontwikkelingen. Dit betekent echter dat er steeds minder bpm wordt betaald. Deze belastinginkomsten zijn wel belangrijk voor overheidsuitgaven. Daarom wordt de bpm-tabel aangepast voor 2022 t/m 2025. De tabel geldt voor 2022 voor auto’s die rijden op diesel of benzine. Voor emissievrije auto’s geldt een bpm-vrijstelling tot en met 2024.

Doel: ‘Autonome vergroening’ door milieuvriendelijkere auto’s

Doordat technologische ontwikkelingen steeds meer effect hebben op de CO2-uitstoot, worden nieuwe auto’s steeds milieuvriendelijker. Dit is autonome vergroening. Al sinds 2009 wordt de bpm aangepast om afname van belastinginkomsten door de autonome vergroening te corrigeren.

Voorstel kabinet: aanpassen bpm-tabel 2022 tot 2025

Voor de jaren 2022-2025 is de verwachte vergroening 2,3% per jaar. In de tabel staan de grenzen en tarieven die gelden per 1 januari 2022. Daarna veranderen de grenzen en tarieven tot 2025 ieder jaar ca. met 2,3%.

Bron:www.rijksoverheid.nl

Emissievrije Auto’s

De verkoop van emissievrije personenauto’s (EV’s) gaat beter dan verwacht. Maar de stimulering van EV’s kost de overheid hierdoor ook meer geld dan bij het Klimaatakkoord was afgesproken. Volgens deze afspraken zou het stimuleringsbeleid hierdoor eigenlijk per 2022 versoberd kunnen worden. Tegelijkertijd is de klimaatopgave urgent en is realisatie van de ambitie van 100% EV-nieuwverkoop in 2030 nog niet in zicht. Het kabinet blijft daarom ook in 2022 de verkoop van EV’s stimuleren. De stimulering richt zich daarbij meer op de particuliere markt.

Voorstel kabinet: blijven stimuleren van verkoop emissievrije auto’s in 2022

Om de verkoop van EV’s te blijven stimuleren stelt het kabinet het volgende voor:

Het bijtellingspercentage voor privégebruik van een zakelijke EV wordt afgebouwd zoals afgesproken in het Klimaatakkoord. In 2022 is de korting 6% en daarmee komt de bijtelling op 16% (normaal tarief is 22%).
De catalogusprijs waarover de korting op het bijtellingspercentage voor EV’s geldt, wordt verlaagd. In 2022 wordt dit € 35.000 en vanaf 2023 € 30.000.
Het budget voor de subsidieregeling voor emissievrije bestelauto’s en particuliere personenauto’s wordt verhoogd.

Bijtellingspercentage

Het algemene bijtellingspercentage is 22% over de cataloguswaarde van het voertuig. Voor EV’s geldt een korting. De in het Klimaatakkoord afgesproken jaarlijkse afbouw van de korting blijft in stand en wordt niet versneld afgebouwd.

Cataloguswaarde

De cataloguswaarde waarover de korting op de bijtelling voor EV’s toegepast mag worden, was in het Klimaatakkoord maximaal € 40.000 tot en met 2025. Deze zogenoemde cap in de bijtelling wordt nu vanaf 2022 wel in twee stappen verlaagd. Voor het resterende bedrag boven de cap geldt het normale bijtellingspercentage van 22%.

Zo worden goedkopere emissievrije auto’s aantrekkelijker voor de zakelijke markt. Dit sluit beter aan op de wensen van particuliere kopers, wanneer deze zakelijke auto’s na de leaseperiode tweedehands worden verkocht.

Extra subsidie

Tot slot worden de budgetten voor de subsidieregelingen voor emissievrije bestelauto’s (SEBA) en particuliere emissievrije personenauto’s (SEPP) verhoogd. Met deze (laatste) subsidie wordt ook de verkoop van tweedehands EV’s en private lease gestimuleerd. De precieze invulling van de hoogte van de subsidiebedragen zal het kabinet in de komende periode uitwerken.

Effecten verkoop EV’s en CO2-uitstoot

In het Klimaatakkoord werd de schatting gemaakt dat in de periode 2022-2025 circa 280.000 emissievrije auto’s verkocht zullen worden. Door het besluit het stimuleringsbeleid per saldo niet te versoberen, worden er tot en met 2025 naar verwachting nog zo’n 77.000 EV’s meer verkocht.

Dit leidt ten opzichte van het Klimaatakkoord naar verwachting tot een extra CO2-winst van cumulatief circa 0,5 Mton in de periode 2022-2025. In totaal zal de CO2-besparing van deze extra stimulering inclusief het Klimaatakkoord-pakket circa 6 Mton over de periode 2022-2030 zijn.

Bron:www.rijksoverheid.nl