Sinds 1 januari 2021 betalen starters onder de 35 jaar eenmalig geen overdrachtsbelasting (ovb) bij aankoop van hun woning. Kopers vanaf 35 jaar die de woning zelf gaan bewonen betalen 2%. Kopers die de woning niet zelf gaan bewonen betalen 8%. Het kabinet regelt dat kopers bij onvoorziene omstandigheden na de koop maar vóór de overdracht niet automatisch het algemene tarief (8%) betalen.
Doel: rekening houden met onvoorziene omstandigheden bij overdrachtsbelasting
Om de startersvrijstelling of het verlaagde tarief (2%) toe te passen, moeten kopers voldoen aan de voorwaarde dat zij de woning langdurig als hoofdverblijf gaan gebruiken. In sommige situaties lukt dat niet. Bijvoorbeeld als kopers scheiden, of als een van beiden komt te overlijden. De huidige regeling houdt rekening met deze onvoorziene omstandigheden na overdracht bij de notaris. De kopers hoeven dan niet het algemene tarief van 8% te betalen. De startersvrijstelling of het lage tarief blijft in stand.
Voorstel kabinet: bij bepalen overdrachtsbelasting rekening houden met onvoorziene omstandigheden voor overdracht bij de notaris
Vanaf 1 januari 2022 wordt ook rekening gehouden met onvoorziene omstandigheden die zich eerder voordoen. Scheiden de kopers vóór de overdracht bij de notaris, maar na het moment van ondertekening van het koopcontract? Of komt één van hen te overlijden? Ook dan kan de startersvrijstelling of het lage tarief gelden. De kopers hoeven niet alsnog het algemene tarief van 8% te betalen als zij voldoen aan de volgende drie voorwaarden:
De onvoorziene omstandigheid vindt plaats tussen het tekenen van het koopcontact en het moment van overdracht bij de notaris.
Door de onvoorziene omstandigheid kan de koper niet voldoen aan het hoofdverblijfcriterium (langere tijd in de woning wonen).
De koper legt een ‘verklaring overdrachtsbelasting onvoorziene omstandigheden’ af, waarin hij aangeeft dat hij (of de persoon van wie hij heeft geërfd) tussen de datum van ondertekening van het koopcontract en de datum van de onvoorziene omstandigheid het voornemen had de woning als hoofdverblijf te gebruiken. Ook verklaart hij dat de onvoorziene omstandigheid de reden is dat hij redelijkerwijs niet in staat is de woning anders dan tijdelijk als hoofdverblijf te gaan gebruiken.
Stand van zaken wetsvoorstel
Dit voorstel is onderdeel van het Belastingplan 2022. Als de Eerste en Tweede Kamer dit voorstel goedkeuren, gaat het vanaf 1 januari 2022 in.
Bron: www.rijksoverheid.nl