De Tweede Kamer heeft in meerderheid ingestemd met het wetsvoorstel Wet excessief lenen bij eigen vennootschap. Met het wetsvoorstel moet het bovenmatig lenen van geld uit de eigen vennootschap worden ontmoedigd. Door het geld te lenen kan de houder van een eigen (besloten) vennootschap namelijk het betalen van belasting langdurig uitstellen of in sommige gevallen afstellen. Het kabinet stelt een grens van € 700.000 voor. Over de leningen uit de eigen vennootschap die dat bedrag te boven gaan wordt voortaan inkomstenbelasting geheven.
De Tweede Kamer stemde dinsdag zoals verwacht in met het voorstel. Daarbij werden geen moties of amendementen aangenomen.
Inwerkingtreding
De wet treedt per 1 januari 2023 in werking. Als peildatum geldt 31 december, waardoor het op basis van de op 31 december 2023 aanwezige schulden berekende fictief reguliere voordeel als inkomen uit aanmerkelijk belang in de heffing wordt betrokken en – uitgaande van het ingevolge het Belastingplan 2019 vanaf 1 januari 2021 geldende box 2-tarief – wordt belast tegen een tarief van 26,9%. Deze datum van inwerkingtreding biedt aanmerkelijkbelanghouders tot en met 31 december 2023 de mogelijkheid om hun schuldenpositie terug te brengen tot ten hoogste € 700.000. Bovendien kan de aanmerkelijkbelanghouder in de periode tot de inwerkingtreding rekening houden met de tariefsaanpassingen in box 2 vanaf 2020.
Meer informatie:
Wet excessief lenen bij eigen vennootschap